Gerardus Magazine 2018-2

2018-2

Column

Bent u ouder dan 65?

marinus_307Vandaag heb ik alle boeken van G.K. van ’t Reve en van Jan Wolkers uit mijn boekenkast gehaald. Ze zitten naast elkaar in een doos. Ook Bernlef gaat binnenkort in een doos en de boeken van Joke Forceville van Rossum. De dozen worden gesloten en gaan naar de bewaring. Nee, nog niet de deur uit. Toch voelt het als een kleine begrafenis. De boeken van vier overleden schrijvers. Drie mannen en een vrouw. Mensen van mijn tijd. Hun werk las ik in de laatste decennia van de vorige eeuw. Dat klinkt ineens lang geleden. Als ze definitief de deur uitgaan en ik een goede bestemming voor ze heb gevonden, dan bewaar ik van ieder van de vier een boek. ‘De Avonden’ van Gerard van ’t Reve, ‘Terugkeer naar Oegstgeest’ van Jan Wolkers, ‘Hersenschimmen’ van Bernlef en ‘Dagen van nabestaan’ van Joke Forceville van Rossum, die Neerlandica was, maar bekendheid kreeg vanwege haar rouwdagboek na de plotselinge dood van haar man.

Alle vier waren ze op een van de levensgebieden baanbrekend. Van ’t Reve in zijn schrijven over zijn liefde voor mannen en zijn vrije omgaan met God. Wolkers in zijn bevrijding uit het milieu van zijn godsdienstige keurslijf en zijn zoeken naar bevrijdende liefde. Bernlef kwam voor velen in beeld met ‘Hersenschimmen’ toen de aandacht voor dementie nog in de kinderschoenen stond. CS Lewis schreef in zijn boek ‘Grief’ over zijn rouw, maar Joke Forceville deed dat toch heel anders en dat heeft veel mensen gesteund. Zij hoorde tot de eerste generatie schrijvers over de eigen rouw. Veel later kwam P.F. Thomése, Van der Heiden en ook Jan Wolkers na de dood van zijn vader.

Ik heb ruimte nodig in mijn boekenkasten, want ik ben nog niet gestopt met boeken aanschaffen en tot mijn laatste wensen hoort dat iemand me de nieuwste uitgave haalt van een levende geliefde schrijver. Als dat in deze weken was geweest dan had ik graag nog ‘Het Gordijn’ van Kader Abdolah ontvangen. Maar ik hoop nog vele jaren te lezen. Ik ben wel in de nog-leeftijd, maar vraag vaak aan iemand: “Heb je al de nieuwe roman van die of die gelezen? Of het nieuwe boek van Manu Keirse en Leo Fijen?” Ik ruim ook op, omdat ik laatst in Dagblad Trouw las over opruimen voor je doodgaat, opdat je anderen niet enorm veel werk nalaat. Ik hoop dat mij dat lukt. Ik ben meer met het leven dan met de dood bezig.

Boeken zijn als vrienden. Bijzondere vrienden zijn mijn dagboeken. Koffers vol en ik hoop ze in 2018 op een stille plek allemaal uit te pluizen. Op zoek naar teksten en zinnen die ik wil bewaren en wil doorgeven. Ja, ik hoop ook na mijn dood, waar ik niet naar uitkijk, nog door te leven. Is dat narcistisch of hoopvol? Hoe kun je dat duiden? Op een dag gaan ook al de boeken van Herman Andriessen in een doos. Hij zei eens dat je na je 65ste elke dag iets moet loslaten en wegdoen. Een wijs woord, maar ik heb het niet opgevolgd. Zijn boeken doe ik nog niet in een doos, want ik lees er nog met regelmaat in. Vooral in dat mooie boekje ‘Over de eerbied’ dat Averbode uitgaf. Dat wil ik zeker bewaren. Het is een vreemde paradox. Ik kan alleen loslaten door ook te bewaren: bronnen van inspiratie. Hoe vergaat het u? Ik weet nog niet of ik het boek van de Zweedse schrijfster Margaretha Magnusson (82) ga kopen. Dan moet ik het ook weer opruimen.

Marinus van den Berg
Wilt u reageren? E-mail: mjvdb@planet.nl