6
MAGAZINE VOOR BEZIELING EN LEVENSORIËNTATIE
hemzelf als afstammeling van Abraham ten deel zal
vallen.
CONTRA-PARABEL
Er is onder theologen discussie of dit verhaal dat
meesterverteller Lucas Jezus in de mond legt, wel een
parabel is. Ik zie in dit verhaal van Lazarus en de rijke
man een ‘contraparabel’. In een parabel onthult Jezus
met een situatie uit het dagelijks leven iets van het Rijk
Gods. In het verhaal van ‘Lazarus en de rijke’ is het
precies andersom: Jezus ontmaskert met een fictieve
situatie vanuit het hiernamaals onrecht in het aardse
leven. Jezus vertelt van een hiernamaals waarin Lazar-
us zijn recht krijgt. Voor Karl Marx was dit onder an-
dere een reden om religie ‘opium van het volk’ te noe-
men: met de belofte van een goed hiernamaals houd
je de armen hier en nu aan het lijntje. Maar wie goed
leest, ziet niet het zoethoudende
opium, maar een snoeiharde ver-
oordeling van een onverschillige
leefstijl. Het is een verhaal dat
Jezus vertelt om onrecht aan de
kaak te stellen en geen feitelijke
beschrijving van het hiernamaals.
HIERNÁMAALS EN HIERNÚ-
MAALS
De dialoog in het verhaal gaat
tussen Abraham, die de traditie
vertegenwoordigt, en een rijke man die geen naam
heeft. Niet zijn rijkdom wordt veroordeeld, maar zijn
onverschilligheid. De naam ‘God helpt’ is een aan-
klacht die laat zien waar de rijke tekort schiet. Lazarus
zegt geen woord. Zijn positie is van alle tijden. Zoals
de straatkrantverkoper bij de supermarkt. Of de vele
vluchtelingen aan de buitengrenzen van Europa, terwijl
wij met velen de vakantiebeurs bezoeken. Mensen die
geen stem hebben en vaak te horen krijgen: ‘Lazer op!’
Het hiernamaals dat Jezus hier beschrijft, is geen Rijk
Gods. Mogelijk is het dat wel voor Lazarus, maar het
is verre van ideaal. Waar Lazarus op het toneel ver-
schijnt, waar alleen God nog lijkt
te helpen, daar is het Rijk van
God achter een diepe kloof ver-
borgen. Wie zo leeft als deze rij-
ke, hoeft niet naar de hel: die zit
er al middenin! Het gesprek gaat
niet over het hiernámaals, maar
over het hiernúmaals, waarin de
Wet en de Profeten een richt-
snoer zouden moeten zijn om
Lazarus een menswaardig leven
te gunnen. De parabel lijkt te ver-
tellen: met compassie wordt elke
kloof gedicht en daar is het Rijk van God te vinden. Sa-
men met God Lazarus te hulp schieten, in plaats van
een onverschillig ‘Lazer op’. Met barmhartigheid zijn
zowel Lazarus als de naamloze rijke geholpen. Het Rijk
van God begint met inzien dat God alléén niet helpt…
Jacqueline Huizinga
bijschriſt
Het gesprek gaat
niet over het
hiernámaals,
maar over het
hiernúmaals