Gerardus Magazine 2019-3

2019-3

INTERMEZZO

Liever geen paasei

Er was eens een kuikentje. Ik noem hem kuikentje Piep. Eigenlijk was het nog geen kuikentje, want het zat nog in het ei. Het was een uit de kluiten gewassen dooier. Piep was bang. Bang voor het leven. Bang van zichzelf, want hij groeide zo hard. Hij groeide tegen de stenen muur van zijn knusse ronde huisje. Hij was bang dat zijn huisje uit elkaar zou spatten en dat hij dan dood zou gaan, want zijn huisje was de hele wereld die hij kende. Maar Piep kon er niets tegen doen. Hij werd elk uur dikker en toen... toen drukte zijn snavel tegen de witte muur. Hij kon het niet tegenhouden. Hij had overal pijn. ‘Ik ga dood’, treurde Piep. En toen spatte de wand kapot. ‘Nu is het gedaan’, dacht Piep. Even later voelde hij zich een stuk lichter. Het was wel lekker. Warme zonnestralen droogden zijn kleverige veertjes. Om zich heen hoorde hij zijn naam roepen ‘piep piep...!’ Hij deed de ogen open en zag vriendjes en vriendinnetjes om zich heen. ‘Dit is een wonder’, dacht Piep. Was hij bang geweest om dood te gaan en nu was het leven nog mooier geworden! Het was ook een wonder, want het had niet veel gescheeld of Piep was een paasei geworden met een hardgekookte dooier in een blauw geverfd huisje.

Harrie Brouwers, pastor te Voerendaal