Gerardus Magazine 2019-6

2019-6

Onderweg gebeurt het

Onder voogdij van de man

In de bijbel spelen vrouwen een belangrijke rol. Jezus geeft hen in zijn leven een plaats naast zich. Om te beseffen hoe opmerkelijk dat is, moeten we terug naar die tijd.

 

Vijf trappen lager

 

In het jodendom van toen speelden vrouwen een totaal ondergeschikte rol. Het was aan hen bijvoorbeeld niet toegestaan de Schrift te bestuderen. Net zo min als slaven en kinderen mochten ook vrouwen de dagelijkse gebeden niet verrichten. Er was trouwens een gebed bij: ‘Heer, ik dank U dat gij mij niet als een heiden of een onwetende of als vrouw gemaakt hebt’.

In de grote tempel van Jeruzalem werd aan vrouwen de buitenste kring toegewezen, vijf trappen onder de plaats van de mannen. Vrouwen mochten in de synagoge geen leidende functie hebben en ze mochten ook niet voorlezen. Rabbi’s beschouwden het als oneerbaar om een vrouw in het publiek toe te spreken of zelfs te groeten. Behalve in uitzonderlijke omstandigheden was het vrouwen verboden te getuigen in een rechtspraak. In het huwelijk stonden vrouwen onder voogdij van de man en weduwen onder voogdij van de broer van de man. Een vrouw mocht niet scheiden, maar een man kon dat al doen met een eenvoudig scheidingsbriefje.

 

Naam en toenaam

 

Maar Jezus kennen we als iemand die zich aan die wetten en gebruiken niet stoorde. Dan realiseer je je dat hij op een voor die tijd revolutionaire manier met vrouwen omging. Er waren vrouwen onder zijn toehoorders en méér dan dat: de evangelist Lukas vertelt heel uitdrukkelijk dat toen Jezus rondtrok, hij niet alleen vergezeld was door de twaalf apostelen, maar ook door een groot aantal vrouwen, waarvan er enkelen uitdrukkelijk genoemd worden, zoals Maria van Magdala.

Er volgde nu een tijd, waarin Jezus predikend rondtrok door stad en dorp en de Blijde Boodschap van het Rijk Gods verkondigde. De twaalf vergezelden Hem, en ook enkele vrouwen die van boze geesten en ziekten verlost waren: Maria die Magdalena wordt genoemd, uit wie zeven duivels waren weggegaan, Johanna, de vrouw van Herodes’ rentmeester Chuzas, Susanna en vele anderen, die uit eigen middelen voor hen zorgden. (Lukas 8, 1-3)

Uit deze passage blijkt dat deze vrouwen kennelijk uit gegoede kringen kwamen – ze droegen bij aan het onderhoud van Jezus – maar op hun beurt ook veel aan Jezus te danken hadden. Aan het eind van zijn evangelie vertelt Lukas dat deze vrouwen met hem meetrokken, zelfs tot het moment waarop de mannen al lang waren weggevlucht: tot na zijn dood en begrafenis.

 

Apostel van de apostelen

 

Tijdens zijn tocht door Israël heeft Jezus bijzondere ontmoetingen met vrouwen. Hij verdedigt vrouwen die slecht staan aangeschreven: een die op overspel was betrapt, mag ervaren dat juist degenen die haar beschuldigden aan het denken worden gezet (Joh. 8, 1-11).
Jezus laat zich aanraken door een vrouw die gedurende twaalf jaar aan een bloedvloeiing lijdt en dus ritueel onrein is. Hij geneest en prijst haar (Lk 8, 43-48).
Hij heeft een lang gesprek met een vrouw bij een put, nog wel een Samaritaanse. Daarmee doorbreekt Jezus een dubbel taboe en openbaart hij zich aan haar als de Messias (Joh. 4, 5-30).

Jezus verwerpt de dubbele moraal, dat een man wél mag scheiden en een vrouw niet (Mt 5, 31-32). Als hij op zijn reis te gast is bij de gezusters Maria en Martha prijst hij Maria dat ze ‘het beste deel heeft gekozen’: dat ze niet alleen bezig wil zijn met het huishouden, maar ook luisteren wil naar zijn woorden, dus onderricht wil ontvangen (Lk 10, 38-42). Het is een oproep tot alle vrouwen om zich niet te laten dwingen in de rol van huisvrouw alleen.

Tenslotte – en dat is misschien het meest opmerkelijk in de evangelieverhalen: alle vier evangelisten vertellen dat na Jezus’ dood de Verrezene zich het eerst liet zien aan de vrouwen. Mattheüs en Johannes vertellen dat ze van hem de opdracht krijgen om het goede nieuws bekend te maken aan de andere leerlingen. Vrouwen zijn de eerste verkondigers van het paasgeloof! Van deze vrouwen wordt
Maria Magdalena, ofwel Maria van Magdala, uitdrukkelijk genoemd. De grote middeleeuwse theoloog
Thomas van Aquino noemt haar daarom ‘apostel van de apostelen’.

Als je al die passages uit de evangelies bij elkaar neemt, dan kun je niet anders dan tot de conclusie komen dat Jezus in zijn tijd vele taboes rond vrouwen doorbrak. Jezus’ bedoeling was duidelijk de emancipatie van de vrouw. Hoe de kerk daarna daarmee is omgegaan, daar is niet Jezus, maar daar zijn theologen en kerkleiders verantwoordelijk voor…

 

Meer vrouw

 

Ongetwijfeld is Jezus geworden wie hij is, mede door zijn moeder Maria; en dat niet alleen in letterlijke zin. Jezus werd de mens die hij was mede door alles wat die buitengewone vrouw hem meegaf. Haar grote persoonlijkheid lag aan de basis van Jezus’ vrije en totaal nieuwe manier om met vrouwen om te gaan, zijn respect voor de vrouw in haar eigenheid, die in zijn tijd en cultuur niet aan bod kwam.

 
Misschien kunnen we ook zeggen dat Jezus door Maria sterke vrouwelijke kwaliteiten had meegekregen, zoals liefde voor het concreet levende, het meevoelen met lijdende mensen, de liefde voor bloemen, kinderen, dieren, de dienstbaarheid, tederheid, ontvankelijkheid voor alles, trouw, bezorgdheid, verbondenheid met het machteloze, het weerloze.

We kennen al die grote vrouwelijke eigenschappen omdat ze ook nu in een fijn gezin tot volle bloei komen. We kunnen alleen maar hopen, dat die typische vrouwelijke waarden een sterkere invloed krijgen en in overvloed naar buiten komen om onze maatschappij te vermenselijken. Ook de menswording in onze tijd kan niet zonder de geest, de inbreng van de vrouw. Jezus gaf ons het voorbeeld hoe we kunnen omgaan met mensen die het in het leven niet gemakkelijk hebben. Zieken, weduwen, armen, of het nu vrouwen of mannen zijn, verdienen net zoals bij Jezus een bijzondere plaats naast ons. Ze verdienen onze aandacht en hulp en we kunnen bidden voor hen.


Bernadette Van Laere