Gerardus Magazine 2020-4

2020-4

Je bent jong ...

Ik had altijd al uitvinder willen worden

Op een prachtige lentedag zit ik ergens in Rotterdam langs het water met Toine Urlings (28). Zijn vader, Henk Urlings, is een wandelmaat in de St.Pelgrimswegen & Voetpaden en hij vertelde vaak over de reis die hij met zijn vrouw in 2015 maakte naar Australië, waar zij hun zoon met z’n kameraden winnaar zagen worden van de World Solar Challenge. Dat is een race van 3000 km door de Australische woestijn met een zelfgebouwde auto die puur op zonne-energie rijdt. Onlangs vroeg ik Henk: ‘Hoe gaat het toch met Toine?’ ’Hij is afgestudeerd en werkt nu in een bedrijf dat vliegende auto’s maakt’. Ik dacht meteen ‘Dat lijkt me iemand voor onze artikelenreeks ‘Je bent jong en je wilt wat’. Weldra rijd ik over corona-stille wegen naar Rotterdam, waar Toine nu woont.

 

Toine, je vader zegt dat je geboren bent voor de techniek.
“Ja, als kind was ik al bezig met bouwen en knutselen. Ik wilde weten hoe alles in elkaar zat. Als ze me vroegen wat ik later wilde worden, zei ik steevast ‘uitvinder’. Het was een teleurstelling dat dat geen echt beroep was. Ik ben de jongste van drie kinderen; ook mijn oudere broer en zus hebben die interesse voor techniek; dat kregen we van huis uit mee. Zij gingen technische opleidingen in de buurt volgen en bleven thuis wonen. Maar ik ging als jongste als eerste het huis uit om op de TU van Delft luchtvaart- en ruimtevaarttechniek te studeren.”

 

Logisch, als je bent opgegroeid bij een vliegveld (Ulestraten bij Maastricht-Aachen Airport HE); als jongetje was je natuurlijk al vliegtuigspotter.
 “Nee, hoor! Ik had niet specifiek iets met vliegtuigen. Maar die studierichting leek me interessant, omdat het concreet was, toegepaste techniek, met veel innovatieve elementen op een breed vlak. Toen ik hoorde dat om de twee jaar een nieuwe ploeg studenten een jaar lang zelf een zonne-auto gaat bouwen om daarmee aan een internationale wedstrijd mee te doen, vond ik dat helemaal te vet. Toen het in 2014/2015 uitkwam, heb ik meteen gesolliciteerd.”

 

Vertel eens over die ‘World Solar Challenge’.
3000 km door de Australische woestijn“1987 was de eerste race met voertuigen op zonne-energie; waar zelfs de grote Aziatische automerken aan deelnamen. Later gingen studenten zich ermee bezighouden: die zijn meer flexibel en innovatief. Vanaf 2001 is de TU van Delft mee gaan doen, direct met succes. Ook studententeams uit Eindhoven, Twente, Leuven en dit jaar ook Groningen doen eraan mee. De race gaat over een kaarsrechte autoweg van noord naar zuid door Australië, met maar één afslag; die moet je uiteraard niet vergeten te nemen! Het gaat erom onderweg zo efficiënt mogelijk met zonne-energie om te gaan en uiteindelijk als eerste aan te komen. Er gaat een heel team mee in volgauto’s. Draadloos worden gegevens over energiegebruik en zonnestand, gegevens over het weer, etc. verwerkt tot aanwijzingen aan de chauffeur. Drie van ons wisselden elkaar af; ik was een van de drie. Lastige obstakels waren de lange ‘road-trains’, vrachtauto’s met drie of vier opleggers die je moest passeren; en kadavers van kangoeroes op de weg. Er ging een auto van ons voorop om die op te ruimen. Er zijn verplichte pitstops en je rijdt alleen overdag. Je moest als team zelf bivakplekken inrichten en voor tenten, eten en reservemateriaal zorgen. Dus er ging een heel konvooi mee met eigen mensen.”

 

Wat vond je het mooiste van dat alles?
“Je leert er ontzettend veel van. Je begint met 15 enthousiaste jonge mensen, maar je moet alles doen: samen een plan maken, financiering rondkrijgen, dus sponsoren werven, een auto ontwerpen, superlicht materiaal vinden en fabriceren. En vooral leren samenwerken: ieders talenten benutten en daarbij accepteren dat iemand iets beter kan dan jij. Iedereen wil een uitdagende taak, maar de meest geschikten kies je samen uit. Dat levert spanningen op en ook tegenvallers in dat proces van ruim een jaar; hoe overwin je die? En dan het materiaal verschepen naar Australië, vliegtickets regelen voor heel het team: dat moesten we allemaal zelf doen. De universiteit is erbij betrokken, maar je moet zelf je broek ophouden. Ik heb hier enorm veel van geleerd; meer dan welk vol studiejaar ook.”

 

Nu ben je afgestudeerd en werk je in een bijzonder bedrijf.
‘In 5 tot 10 minuten heb je de rotorbladen uitgeklapt’“Mede dankzij die rijke ervaring kostte het geen moeite om een baan te vinden. Ik hoorde van een bedrijf in Raamsdonksveer dat – uniek in de wereld – vliegende auto’s maakt: PAL-V (Personal Air and Land Vehicle). Ik heb er gesolliciteerd en kon aan de slag. Dat paste helemaal bij mij: innovatief werk, redelijk kleinschalig, een jong, flexibel team. Het is een puur Nederlands initiatief; in 2008 begonnen. Toen ik er twee jaar geleden ging werken waren er zo’n 50, 60 man; nu bijna het dubbele.”
Terwijl Toine enthousiast aan het vertellen is, denk ik aan science-fictionfilms. Wordt dat ooit werkelijkheid: vliegende auto’s…? Het is alsof hij mijn gedachten leest, want hij vervolgt: “Er zijn er al tientallen van besteld. Natuurlijk ook door mensen die niet weten wat ze met hun geld moeten doen; die zien het als een hebbedingetje. Maar er zijn ook serieuze gegadigden. Bijvoorbeeld bij de politie voor surveillance-doeleinden. Zo’n ‘gyrocopter’, want zo heet zo’n voertuig, is veel goedkoper dan een helikopter, veel gemakkelijker in bediening en onderhoud, en je kunt hem ook heel goed gebruiken als een gewone auto. Binnen 5 tot 10 minuten heb je de rotorbladen in- of uitgeklapt; voor het opstijgen heb je maar 200 meter baan nodig; voor het landen slechts 30 meter. En je kunt hem gewoon in je eigen garage zetten.”

 

Ik blijf toch mijn scepsis behouden en vraag: 

Maar daadwerkelijk is er nog geen een verkocht én betaald! Wie durft in zoiets te investeren?
Bij financiers moest natuurlijk veel twijfel overwonnen worden, maar het geloof groeit dat dit vlieg- en rijtuig een aantrekkelijk alternatief kan zijn voor hen die zich snel moeten kunnen verplaatsen. Gelukkig zijn er investeerders uit binnen- en buitenland; ook overheden die met subsidies durven te investeren in de toekomst. Ondertussen is het bedrijf bezig met de certificering volgens de regelgeving voor het wegverkeer, als ook de nog strengere regelgeving voor het vliegen. 

 

En jij ziet jouw toekomst verder wel verzekerd in dit bedrijf?
Het is heel uitdagend werk; ik heb er ook een verantwoordelijke functie als leidinggevende van de groep die zich bezighoudt met het landingsgestel. Ik voel me er echt thuis. Maar of ik hier tot aan mijn pensioen blijf? Vroeg of laat duikt er vast weer iets nieuws op dat mij zal prikkelen en uitdagen.”

Henk Erinkveld CSsR