Gerardus Magazine 2020-6

2020-6

Je bent jong

Vrede is: samen op bivak gaan

Hij is gedistingeerd als een ambassadeur en formuleert weloverwogen als een diplomaat, Joep Kies. Ik ontmoette hem bij een familieaangelegenheid en raakte met hem in gesprek. Joep (26) ziet conflictbemiddeling als een weg naar vrede. Hij is pas afgestudeerd voor zijn master bestuurskunde met een werkstuk over Georgië. Maar hij heeft al heel wat jaren in Tel Aviv (Israël) gewoond. Hij begeleidt als programmacoördinator een project rond de dialoog tussen Israëlische en Palestijnse jongeren. Na de vakantie gaat hij solliciteren en dat is spannend: blijft hij in Nederland of wordt het weer het Midden-Oosten, of heel ergens anders?

 

Hoe kwam je in Israël terecht, Joep?
Min of meer toevallig. Ik moest voor mijn bachelor Europese studies aan de Universiteit van Amsterdam een taal kiezen waarin je dan een heel jaar les krijgt. Ik koos voor modern Hebreeuws, omdat dat een taal is die niet door veel mensen wordt gekend. Daarmee baande ik voor mezelf onbewust het pad naar Israël. Door een uitwisselingsprogramma kon ik een half jaar studeren aan de universiteit van Tel Aviv. 

 

Je werd daar toch de rechterhand van de ambassadeur?
Ha, ha, dat is toch echt te veel eer. Ik heb alleen maar wat taakjes voor hem gedaan. Nadat ik weer een jaar in Amsterdam had gestudeerd, kon ik terug naar Tel Aviv, want ik mocht stage lopen op de Nederlandse ambassade. Zo was ik in het kader van de Jeruzalem Pride betrokken bij de organisatie van een project van twee kunstenaars waarin werd uitgebeeld hoe mensen met verschillende geloofsovertuigingen hun seksuele geaardheid kunnen beleven. 

 

En toen kwam je in het vredeswerk terecht? 
Ja, ik bleef in Israël hangen: ik werkte op het consulaat en werd daarna programmacoördinator van Youth Peace Initiative, een platform (gevestigd in Den Haag) van en voor jongeren om hun deelname aan vredesprocessen te bevorderen. In Tel Aviv leidde ik een jaarprogramma voor Israëlische en Palestijnse jongeren met allerlei ontmoetingen en daar hoorde ook bij samen een week bivakkeren in Nederland. De jongeren zijn tussen de 18 en 29 jaar en worden geselecteerd uit verschillende regio’s en culturen, ook van verschillende geloofsovertuigingen. In de dialoog leren de jongeren elkaars persoonlijke achtergrond kennen; in een open sfeer durven ze hun angst naar elkaar toe uit te spreken. Ze vergaren kennis over het Midden-Oostenconflict en leren vaardigheden om de dialoog handen en voeten te geven. Het is al een hele stap voor die jongeren om deel te nemen aan zo’n project, want het wordt hen door hun omgeving niet altijd in dank afgenomen. Dat ze toch het gesprek aandurven, heeft zo’n grote waarde! Het project draait nu al enkele jaren en ieder jaar zijn er weer meer deelnemers. 

 

Wat is jouw rol in het project?
Ik faciliteer de dialoog vanuit een onafhankelijke positie. Als Nederlander moet ik zeker niet de houding hebben om eens even uit te leggen hoe het moet. Je kunt niet voor één kant kiezen. Ik snap de verhalen; ik heb aan beide kanten vrienden en ga ze niet afschrijven. Van de andere kant kun je ook nooit neutraal zijn. Ik kom uit een westers land waar de jodenvervolging zijn sporen heeft achtergelaten en waar vandaag de dag Arabieren worden gediscrimineerd; daar ben ik door gekleurd. De deelnemers kennen mijn achtergrond. Ze weten dat ik Hebreeuws spreek en op de ambassade heb gewerkt en ook dat ik een Israëlische vriend heb. Op die manier krijgt het conflict een menselijke kant. 


Wat levert dit project op voor de vrede?
Het wordt steeds duielijker dat vrede alleen van onderaf kan groeien. In Israël en Palestina is ongeveer de helft van de bevolking onder de 25 jaar! De jongeren zijn voor mij daarom een belangrijke invalshoek. Zij hebben de toekomst nog vóór zich; de kansen van hun deelname in het vredesproces mag je niet laten liggen. Daarbij moet conflictbemiddeling altijd rekening houden met de gemarginaliseerde groepen in de samenleving. Het gaat niet om mij. Ik ben al blij als we een zaadje van vrede hebben kunnen planten. Ik hoop dat in mijn werk te kunnen blijven doen. 

Tijdens de afsluitingsceremonie van een projectgroep had Jaap de Hoop Scheffer (staand vijfde van rechts), oud-secretarisgeneraal

Wat heeft je zo gedreven in het vredeswerk? 
Misschien wel de vredelievende houding van mijn van origine Duitse oma. Ik ben zelf niet religieus opgegroeid. Maar ik zie nu hoe de religie wezenlijk is voor het leven van die jongeren. Ze vinden elkaar in hun respect voor elkaars achtergrond, of ze nu jood, christen of moslim zijn. Dat zet mij wel aan het denken bij mijn vredeswerk. Ik vraag me soms af welke rol religie misschien toch speelt in mijn eigen leven…

Jeroen de WitÂ