Gerardus Magazine 2021-4

2021-4

Pioniers met passie

Thuis in leerschool Amsterdam

“Ik ben een aanpakker, dat hoort bij mijn karakter.”In maart 2010 was ik in Rome voor een internationale conferentie over de humanisering van de zorg. Daar maakte ik kennis met Corine van der Loos, een collega. Ze was lid van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Ze nodigde alle deelnemers aan de conferentie uit om de vesperdienst bij te wonen in de kerk Santa Maria in Trastevere, de bakermat van de Gemeenschap van Sant’Egidio.
Meer dan tien jaar later nam ik opnieuw contact met haar op. Corine woont en werkt in Amsterdam.

 

Je bent een van de drijvende krachten van de Gemeenschap van Sant’Egidio?
Ja, ik ben een aanpakker, dat hoort bij mijn karakter. De Gemeenschap begon hier in Amsterdam in 2000 als onderdeel van een internationale lekenbeweging waarmee de 18-jarige student Andrea Riccardi in 1968 in Rome is begonnen. De Gemeenschap werd genoemd naar het kerkje van Sant’Egidio in de wijk Trastevere, waar nu nog het centrum is.
Scholieren en studenten gingen destijds de bijbel lezen en stelden de vraag: voor wie kwam Jezus van Nazareth? Toen ze ontdekten dat hij opkwam voor de uitgeslotenen, voor wie aan de kant staan, zijn zij zelf op zoek gegaan naar de armen in hun stad. Zo ontmoetten zij kinderen in de sloppenwijken, dak- en thuislozen en eenzame ouderen. 
Dat zijn voor ons in Amsterdam ook de groepen die centraal staan. Onze Gemeenschap heeft van in het begin op twee pijlers gesteund: het gebed en de aandacht voor de armen. In de loop der jaren is er nog een derde pijler bijgekomen: de vrede. Paus Franciscus vatte dit samen met (in het Italiaans) de drie P’s: la preghiera, i poveri en la pace. 
Werken aan vrede en verzoening is voor ons ook een belangrijke taak geworden. Onze beweging speelde een rol in de onderhandelingen in het door burgeroorlog verscheurde Mozambique, wat uitmondde in het vredesakkoord in 1992. 
De zaken die we bereiken, zoals humanitaire corridors in oorlogsgebieden, zijn altijd vruchten van persoonlijke vriendschappen met mensen. We hebben géén politieke 
agenda, maar zijn aanwezig als vriend voor de armen en weten ons gedragen door ons gebed. 

 

Welke activiteiten hebben jullie?
In Amsterdam hebben we twee maal per week sinds tien jaar contact met dak- en thuislozen: ‘onze vrienden van de straat’. We nemen dan een pakketje brood, drinken en wat lekkers mee voor de mensen. Het gaat daarbij altijd over contact leggen, mensen leren kennen en vooral trouw zijn aan hen die we onze vrienden noemen. 
Een keer in de week is er ook een driegangenmaaltijd in ons restaurant voor daklozen, waar rust en tijd hebben voor elkaar heel belangrijk zijn. We zoeken ook ouderen in zorgcentra of thuis op en we hebben een ‘School van de Vrede’ voor kinderen van de basisschool in Amsterdam-Oost. 
Deze activiteit wordt opgepakt door jongeren tussen de vijftien en vijfentwintig jaar. De kinderen worden van huis opgehaald en in de ‘School van de Vrede’ geholpen met huiswerk en ze doen samen spelletjes. Onze intentie is dat ze leren geloven in zichzelf en dat ze belangrijk zijn voor anderen en dus iets kunnen bijdragen aan de samenleving. De jonge vrijwilligers – die ook nog worstelen met veel vragen – ontdekken dat ze een voorbeeldfunctie hebben. En dat doet goed.
Daarnaast zijn heel veel Syrische vluchtelingen onze vrienden geworden. Zij zochten naar een kerk om te kunnen bidden. Wij hebben hen op zondagmiddag uitgenodigd voor de eucharistieviering in de Mozes- en Aäronkerk en daarna aten we samen. Zij hebben ons zoveel geleerd over hun vanzelfsprekend geloof. Het is gewoon hun identiteit, hun er-zijn.

 

Jij bent zelf ook een van de vrijwilligers?
Ja, naast mijn baan in het bisdom, werk ik 10-12 uur per week mee met de 150-200 vrijwilligers. Het is een hele uitdaging om de vrijwilligers die zich aanmelden ook steeds goed mee te nemen in de spiritualiteit. Lang niet iedereen heeft iets met geloof, maar wij moeten er wel over vertellen en hun de kans geven om er in mee te gaan. 
Er zijn vrijwilligers die voor een activiteit binnenkomen, dan op een dag naar het gebed komen en dan ontdekken dat dit heel waardevol is. Als je echt de spiritualiteit van Sant’Egidio wilt begrijpen, dan moet je beide oppakken: er zijn voor de armen én bidden. We hebben dus tweemaal in de week een gebedsdienst en ’s zondags een eucharistieviering in de Mozes- en Aäronkerk.

 

Vrijwilligers maken pakketjes met brood, drank en wat lekkers voor ‘onze vrienden van de straat’.

 

Jullie nodigen vrijwilligers uit om erbij te horen?
Inderdaad. Kerstmis is een feest voor alle vrienden en dan melden zich altijd een groot aantal vrijwilligers aan; eigenlijk teveel. Nu in de coronatijd kon het niet, maar andere jaren hebben we nooit gezegd: ‘Ik heb geen werk voor jou’, maar besloten extra werk te organiseren. 
Vrijwilligers die zich aanmelden, hebben óók een vraag en die moet je beantwoorden. Belangrijk is dat zij kunnen ervaren wie we zijn en wat we doen. Zo hebben we in 2019 samen met vrijwilligers een kerstfeest georganiseerd in de gevangenis en voor mensen zonder verblijfspapieren die in een garage hun onderkomen hadden gezocht. Als je creatief durft te zijn kan er heel veel.

 

Hoe vieren jullie Kerstmis?
Onder normale omstandigheden hebben we in onze kerk een vijfgangen kerstdiner met 250 dak- en thuislozen. Tijdens het diner worden er liederen gezongen en zijn er cadeaus voor de mensen. Er is ook veel tijd om met elkaar te praten en dat is de belangrijkste taak voor de vrijwilligers: dat ze tijd, rust en vooral aandacht hebben voor onze vrienden. Want het eten wordt besteld, we koken niet zelf. Maar ook dat de tafels er mooi uit zien, alles schoon is en dat het lekker warm is in de kerk. Dat zijn belangrijke zaken.

 

Aandacht en zorg horen voor jullie bij de vriendschap…
Ja, dat heeft voor ons alles te maken met de spiritualiteit van de vriendschap. Daarnaast zijn nog twee zaken belangrijk: we doen alles als gemeenschap, we zijn niet bezig met één-op-één vriendschappen. Maar vanuit de vriendschap van de gemeenschap moeten we soms ook wikken en wegen hoe we aan alle vragen van de mensen tegemoet kunnen komen. We overleggen dan goed met elkaar en proberen maatwerk te leveren.

 

Wat betekent het voor jou om deel uit te maken van de Gemeenschap van Sant’Egidio?
Het is mijn familie. De Gemeenschap komt voor mij heel dicht bij ‘echt christen zijn’ zoals bedoeld. En Amsterdam is zo’n plek die mij helpt om dat te leren doen. Ik zou het in mijn eentje nooit kunnen. En wij zijn nog niet tevreden, omdat er zoveel mensen zijn die om hulp schreeuwen. Maar er zijn ook zoveel mensen die hun hart nog niet hebben laten raken door de kreet van de armen. 
Wij willen als Gemeenschap arm en nederig zijn tussen de armen en vriendschap beleven als een omhelzing, zoals paus Franciscus ons een keer zei. Want als je omhelst, zie je niet meer wie wie omhelst. Daar moeten we aan blijven werken, want dat gebeurt niet zomaar.

 

zie ook: www.santegidio.nl

Marianne Debets