Gerardus Magazine 2021-4

2021-4

Portretten van Peerke

Patroon van de Amazone

Dit is het tweede deel van de bijdrage die mgr. Karel Choennie, bisschop van Paramaribo, schreef als ‘Portret van Peerke’. Het eerste deel staat in Gerardus Magazine 2021/3.

 

Petrus Donders heeft al heel vroeg na zijn aankomst in Suriname de slavernij van de tot slaaf gemaakte Afrikanen verfoeid: “O, had men hier zooveel zorg voor het behoud en welzijn der slaven, als men in Europa voor de lastdieren heeft, dan zou het er beter uitzien. (…) en wil mij dus liever bepalen met een diep medelijden uit te roepen: Wee! Wee!, Suriname in de grooten Oordeelsdag!! Wee! Wee! Ja, duizendmaal wee den Europeanen, den eigenaren van plantageslaven, den administrateuren, den directeuren en blank-officieren, die allen over de slaven heerschen!! Ongelukkig zij, die zich met het zweet en bloed verrijken van die arme slaven, die geen verdedigers vinden dan God!”. 

 

Excuses
Hij gruwde van de slavernij en beschrijft bijvoorbeeld de zweepslagen die, tegen betaling aan de staat, werden toegediend aan de slaven achter Fort Zeelandia. Deze gruweldaden vonden plaats in naam van de Koning der Nederlanden. 

Het is voor mij daarom onbegrijpelijk dat vooraanstaande Nederlandse politici zich in allerlei bochten wringen om geen spijt te betuigen of excuses aan te bieden voor het leed dat de Nederlandse staat heeft berokkend. Het is beslist onvoldoende om te zeggen dat het andere tijden waren. Als de politici de brieven van Petrus Donders nooit gelezen hebben, dan wordt het de hoogste tijd. De koning zou zich hierover eens moeten uitspreken.


Levensgenieter
Als bisschop lees ik de verhalen van Petrus Donders nu met heel andere ogen dan als elfjarige seminarist. Na pater Donicie werd pater Henning onze directeur op het kleinseminarie. Hij vertelde dat het wel eens een probleem kon zijn voor de heiligverklaring dat Petrus Donders pijp rookte. 

Pater Henning had een eigenaardige humor. Hijzelf rookte sigaren en vond pijproken geen obstakel om heilig te worden; sigaretten wel. Door zijn vertellingen heb ik het beeld vastgehouden dat pater Donders in de middag na een hele dag de zieken verzorgd te hebben, met zijn pijp aan de brede Coppenamerivier ging zitten om te genieten van een zachte bries en de zonsondergang. Ik zie Peerke dan met de benen gekruist, genietend van de zoete tabak, terwijl hij geheel één wordt met de Amazone en daarin vrede vindt. 

De genieter past misschien niet in het beeld van een heilige redemptorist. De foto in mijn werkkamer toont een magere man met een ingevallen gezicht in een zwarte toog. Misschien was dat het ideaalbeeld van de heilige: iemand die zich versterft door een ascetische levensstijl. 
De verhalen van pater Henning helpen mij om Petrus Donders te zien als een hardwerkende, toegewijde levensgenieter. Ik zie hem als Adam wandelen in de tuin van Batavia, genietend van de kleurenpracht van de bloemen en de duizenden vogelgeluiden. Daar moet God hem in de luwte van de middagzon tegemoet zijn gelopen voor een babbeltje. 

 

Met de vinger omhoog
Voor Peerke was de Amazone geen godvergeten plek en Batavia geen verbanningsoord. Ik denk dat het machtige woud en de wijde Coppenamerivier hem stil en vredig hebben gemaakt om beter het mysterie van het lijden van de melaatsen en van God binnen te dringen.

In het bisschopshuis heb ik met een donatie van de Jacques de Leeuwstichting zes glas-in-lood ramen laten ontwerpen en maken door Jules Brandflu, een kundige Surinamer. Twee van deze ramen gaan over Petrus Donders in de Amazone. 

In het eerste raam zien wij Petrus Donders met de kleurenpracht van de palulu, de nationale bloem van Suriname. Die groeit en bloeit in het wild in moerassige gebieden, zoals Petrus Donders opbloeide op plekken waar de mensen niet graag wonen; die wonen liever hoog en droog. 

In het tweede raam onderwijst Petrus Donders de melaatsen op Batavia en wijst met zijn vinger omhoog. De vinger omhoog in de Amazone zou best wel die van Jezus kunnen zijn die oproept tot inkeer. De vinger die aandacht wil, maar ook van iemand die het antwoord weet en het dringend wil meedelen aan de rest van de wereld. 

 

Welkom
De kapel in het bisschopshuis kan nu met recht een Petrus Donderskapel genoemd worden. Hij blijft mij inspireren, zeker nu de Amazone bedreigd wordt door dezelfde hebzucht waarvan hij een afschuw had.

Wie na de coronacrisis het schilderij van Leo Wong Loi Sing (zie eerste artikel) en de glas-in-loodramen  wil zien en de vrede van de Amazone te Batavia wil ervaren, is van harte welkom. In de grote pastorie tegenover de kathedrale basiliek kunt u dan slapen in een van de kamers waarin pater Donders geslapen heeft en bidden bij zijn graf om hem te maken tot patroon van de Amazone.

Karel Choennie, bisschop van Paramaribo