Gerardus Magazine 2022-4

2022-4

Markante redemptoristen

De grote klok


In mijn werkkamer hangt in een brede goudgele lijst een portret uit 1826 van mijn ver familielid Bernard Hafkenscheid. Zijn ouders lieten dit maken toen Bernard op 20-jarige leeftijd na het kleinseminarie Hageveld naar Rome vertrok voor vier jaar theologiestudie. 

 

Verrassing
Bernard, geboren in Amsterdam, op 12 december 1807, kwam uit een gezin van elf kinderen, waarvan er vijf op jonge leeftijd overleden. Zijn vader had een groothandel in schilder- en verfstoffen en daarmee een niet-onaanzienlijk vermogen opgebouwd. Na een reis van zeven weken komen Bernard en zijn vriend Johannes Beelen in Rome aan en beginnen hun theologiestudie aan het Collegium Romanum van de Jezuïeten. 
De ‘Eeuwige Stad’ maakt een onuitwisbare indruk op de jonge student. Vanuit Rome schrijft hij: “Men hoort er geen beekjes kabbelen, bloempjes worden er niet geplukt, maar de evangelische waarheden worden in haar eigen gewaad gestoken en het volk met meesterlijke welsprekendheid voorgedragen. Laat ik liever zeggen: opgedrongen. Gelukkig, driewerf gelukkig Nederland, indien redenaars van zulk een stempel op uwen bodem het evangelie verkondigden!” Bernard zou later één van de beroemdste Nederlandse predikanten worden. Door zijn confraters werd hij gekscherend ‘de grote klok’ genoemd.
Op 17 maart 1832 ontvangt Bernard de priesterwijding. Een paar dagen later rondt hij zijn studie af met het behalen van de titel ‘doctor in de godgeleerdheid’. In Rome neemt hij het besluit dat zijn verdere leven zal bepalen: Bernard wil intreden in de congregatie van Alfonsus de Liguori. Hij was tijdens zijn studie gefascineerd geraakt door diens theologie en geschriften. Voor zijn familie is dat besluit om redemptorist te worden een grote verrassing. Toch is het weerzien in de Amsterdamse woning hartelijk, en Bernard draagt op 26 juli 1832 zijn eerste plechtige mis op. Daarna is het groot feest!

 

Volksmissies
Eind oktober 1832 komt Bernard in Wenen aan en de vicaris-generaal van de redemptoristen, pater Passerat, stuurt hem naar het noviciaat. Bernard legt op 7 oktober 1833 zijn geloften af in de handen van pater Passerat. Als één van de eerste Nederlandse redemptoristen wordt hij verbonden aan het klooster van St. Truiden in België. 
Zijn eerste missie geeft hij in Thimister, vier uur reizen ten noorden van Luik. Daarna in Verviers, waar de antiklerikalen een ware kruistocht ontketenen tegen de komst van de redemptoristen. Zo begint het werk waarin hij groot zal worden: er volgt een lange reeks van volksmissies, retraites en geestelijke oefeningen, samen met zijn medebroeders. 
Een verslag van zo’n missie, die van Sittard in 1835, liegt er niet om: “De missie moest op de markt worden voortgezet; ontzettend was het getal vreemdelingen, die dagelijks zelfs van ver naar de stad kwamen; de markt kon ten laatste de mensenmassa niet meer bevatten en men plaatste zich voor de geopende vensters, klom op de daken om het woord Gods te horen. Bij de kruisplanting waarmede de missie gesloten werd, waren 25 à 30.000 mensen tegenwoordig, terwijl Sittard slechts 4.000 inwoners telde”. In die tijd heerste de Kerk over de gewetens van de mensen, stonden priesters in zeer hoog aanzien en speelde de Kerk een belangrijke tol in de emancipatie van de katholieken. 

 

Internationaal
Een heel andere rol zal pater Bernard spelen als het gaat om de uitbreiding van de congregatie. Driemaal steekt hij de oceaan over om in Amerika kerken en kloosters op te richten. In 1851 wordt hij benoemd tot overste van het klooster te Limerick (Ierland) en aan het hoofd gesteld van het missionaire werk in Ierland, Engeland en Schotland. Na zeven jaar keert hij terug en woont sindsdien  in het klooster van Wittem. 
Tien jaar lang nog gaat hij voort met het geven van missies en retraites in heel Nederland. Bij de missie van Montzen, een Belgisch dorpje niet ver van Wittem, valt hij in de kerk over een bankje, waarbij zijn linkerkniepees scheurt. Hij wordt naar Wittem gebracht. Hij herstelt er goed van, maar dan openbaart zich vocht in de longen. Na een kortstondig ziekbed overlijdt pater Bernard op zaterdag 2 september 1865, 57 jaar oud. 
Een vroom en oprecht kloosterling met een warm hart én een begenadigd predikant is heengegaan. Hij wordt begraven in de grafkelder van het Wittemse klooster. Voor deze beroemde redemptorist wordt 50 jaar later in de kloostertuin een standbeeld opgericht.

Ton Hafkenscheid †Â