Gerardus Magazine 2022-6

2022-6

Een leven voor je

Creatief met leefruimte

Ik ken Ilya Lindhout (26 jaar) al sinds haar geboorte, want zij is mijn kleindochter. Toch weet ik lang niet alles van haar. Dat geldt vooral voor haar studie en haar werk. Dit interview is een mooie gelegenheid om iets daarover te weten te komen.

 

Ilya groeide op in verschillende buurten van Amsterdam: in West, de Jordaan en de Pijp. Ze woont nog steeds in Amsterdam. Na de Montessori lagere school ging ze naar het lyceum in Amsterdam-Zuid: “Een vreselijke kakschool”, waar ze zo gauw mogelijk klaar mee wilde zijn. Op mijn vraag wat ze daarna wilde gaan doen, antwoordt ze: “Grafische Vormgeving. Ik heb een oriëntatiejaar gedaan op de Rietveld Academie. Daarna deed ik zowel daar als bij de Koninklijke Kunstacademie voor Beeldende Kunsten in Den Haag toelating. Voor allebei is het niet gelukt. 

Ik besloot toen om een propedeuse te halen en ging op zoek naar een studie die me aantrok. Ik kwam uit bij de studierichting ‘cultureel erfgoed’, waar je in het eerste jaar op studiereis ging en bijna wekelijks naar musea. Dus dat leek me wel leuk, hoewel ik niet wist wat de studie precies inhield. Het bleek best schools te zijn; veel moest volgens de regeltjes, de creativiteit was weg. Alles wat ik op de middelbare school niet leuk vond, werd daar in feite doorgezet. Ik heb de studie wel afgemaakt.”

 

Het verhaal van de plek
In de laatste jaren kwam Ilya erachter dat je ook naar cultureel erfgoed kunt kijken buiten de museummuren: wat ligt er aan erfgoed op straat en hoe verbind je dat met mensen. Enthousiast gaat ze verder: “Dat vond ik als kind al heel leuk: door de stad lopen en de verhalen daarover horen. De stenen, de gebouwen en de omgeving krijgen betekenis door wat er persoonlijk over wordt verteld en niet per se omdat een gebouw nu eenmaal een monument is.”

Ik vraag haar naar haar baan na haar HBO-opleiding. “Voor mijn afstudeerscriptie onderzocht ik in Amsterdam de geschiedenis van een voormalig krakersbolwerk in de binnenstad, namelijk het ‘Slangenpand’ met zijn iconische gevelschildering van een slang. De kleurrijke schildering is verdwenen en uiteindelijk zijn er megadure appartementen voor expats in dat pand gekomen. 

Ik legde de verhalen, de emoties, de herinneringen door de jaren heen naast elkaar: het immateriële erfgoed. Daar kwam een strategie uit om toekomstgericht erfgoed te ontwikkelen. Een gebouw is veel meer dan alleen maar de buitenkant; het is niet alleen maar iets uit het verleden. Ik koppelde er ook voor de toekomst zingeving, gebruik en betekenis voor de omgeving aan. Dus de economische kant niet als het belangrijkste en enige doel beschouwen, maar vooral ook de sociale kant meenemen. Met die strategie ben ik in die baan gerold.”

Die baan is bij een klein adviesbureau voor erfgoed, archeologie en gebiedsontwikkeling. Haar rol is onderzoek doen naar ‘het verhaal van de plek’: wat heeft een plek door de eeuwen heen ‘meegemaakt’ en hoe is die geworden tot wat het nu is. Gaandeweg liep ze toch tegen een aspect aan dat haar steeds meer tegenstond: alleen maar gericht zijn op wat het economisch oplevert en weinig ruimte voor creativiteit. Ze is meer geïnteresseerd in het proces, hoe iets tot stand komt. 

 

Verhalen verbinden
Het Slangenpand in AmsterdamOm een lang verhaal kort te maken: Ilya ging op zoek naar iets wat haar meer bevrediging schonk en kwam uit op een tweejarige studie aan het Sandberg Instituut in Amsterdam. 

“Van de 120 kandidaten werden er maar 11 toegelaten. Ik was heel blij dat ik er een van was! In deze studie kan ik mijn creativiteit kwijt. In deze groep ontdekken we de mogelijkheden om al de verschillende achtergronden en kennis te bundelen, om samen te werken en te kijken naar manieren om een betere, aangenamere, vrijere en duurzamere ruimte te creëren. Zeg maar: een betere wereld. Dat klinkt ambitieus, maar dat is wel ons uitgangspunt bij wat we doen. 

Voor ons project om het jaar af te sluiten hadden we in de Jordaan een wasserette gevonden. Ieder van de groep moest een werk maken dat specifiek inging op die ruimte en het daar tentoonstellen. Ik kwam er een echt Jordanees vrouwtje tegen. Toen ik haar interviewde, zei ze constant dat ze ‘dom’ was, ‘niets wist’ en ‘niets kon’, maar door haar ‘roddelverhaaltjes’ ben ik wel heel veel te weten gekomen over de veranderingen van die buurt: hoe mensen leefden, waar en hoe ze hun dag doorbrachten. 

Mijn eindproject was een soort hommage aan deze vrouw en aan alle vrouwen daarvóór die – zonder dat ze er ooit stil bij stonden – kennis van die buurt en de wasserette hebben overgebracht, omdat ze daar woonden, werkten en leefden. Dit soort projecten vind ik heel leuk. Ik word verrast door kleine persoonlijke verhalen van mensen die duidelijk maken hoe een buurt, een plek verandert door de jaren heen. 

 

Een verbindende rol
Voor de toekomst zie ik wel voor me dat ik een vraag krijg over de ontwikkeling van een ruimte in de stad, een plein bijvoorbeeld. Maar dan wil ik eraan bijdragen vanuit de vraag hoe je verschillende disciplines in zo’n project kunt verbinden. In die verbindende rol zie ik mezelf wel. Partijen bij elkaar brengen. Door mijn achtergrond in erfgoed weet ik hoe ik verhalen naar boven kan halen, kan analyseren en toepassen. Ik hoop dat ik zoiets kan doen op een meer vrije en creatieve manier dan alleen maar onderzoek doen, dat allemaal uittypen en het dan moeten gaan verdedigen.”
We sluiten af met de constatering dat het wel lastig is om uit te leggen wat de studie nu precies inhoudt. “Zelfs de docenten hebben er moeite mee!”, zegt Ilya. Zelf begrijpt ze gelukkig goed waar ze mee bezig is.

Marije Bijleveld