Gerardus Magazine 2023-1

2023-1

Mijmeringen van een missionaris

Waarom ik in Brazilië werk

Lees artikel als pdf
 

Een boek kan een enorme invloed op je leven hebben. Schrijver Gabriel Marques meent: “Het leven is niet het leven dat je geleefd hebt, maar het leven dat je je herinnert en hoe je het je herinnert om het te vertellen”. Voor mij geldt in deze gedachtegang dat de vuistdikke roman ‘De oorlog van het einde van de wereld’, geschreven door de Peruaan Mario Vargas Llosa, zeer belangrijk is geweest in de periode dat ik bezig was met de vraag waar ik zou gaan werken. 

 

Leven in de “vreze Gods”
Het boek is gebaseerd op een waar gebeurd en bloedig conflict dat tien maanden duurde in Canudos, ver weg verscholen in het droge Braziliaanse binnenland. Hier vestigde ‘Antonio de Raadgever’ zich in 1893 met zijn volgelingen. 
Hij werd ruim zestig jaar eerder geboren in de staat Ceara, en kon daar zijn leven niet goed op orde krijgen. Na een mislukt huwelijk verdwijnt hij tien jaar uit het zicht totdat hij op veertigjarige leeftijd weer opduikt, eigenlijk uit het niets, als een rondtrekkende prediker. Hij bouwt een grote faam op onder de arme bevolking: hij preekt, restaureert kerken, bouwt stuwdammen, verzorgt kerkhoven, helpt de armen en leidt een leven in totale onthechting. 
Antonio krijgt volgelingen die hem overal heen vergezellen. De overheid gaat hem evenwel steeds meer als een verstoorder van de orde zien en daarom besluit hij zich in een onherbergzame streek te vestigen bij een vervallen zeventiende-eeuws kapelletje op de fazenda Canudos. 
Van alle kanten komen er mensen toestromen; vrijgelaten slaven, indianen, armen, landlozen, mismaakten en gevluchte misdadigers. Al snel ontstaat er een dorp dat meer dan vijfduizend eenvoudige lemen optrekjes telt. Hier leeft men in de ‘vreze Gods’, zoals gepreekt door Antonio, van landbouw, geitenteelt en leerlooierij in een egalitaire samenleving.  

 

Sympathie
De jonge Braziliaanse seculiere republiek gaat in Canudos steeds meer een bedreiging van de nieuwe orde zien. Besloten wordt om militair in te grijpen. In de periode van november 1896 tot oktober van 1897 stuurt de regering vijfmaal soldaten: honderdvijftig, zeshonderd, twaalfhonderd en bij de laatste aanval, in twee fasen, achtduizend. 
Drie keer wordt het moderne leger verslagen door mensen, die beschouwd worden als behorend tot een minderwaardig ras. Ofschoon ze nauwelijks wapens bezitten, hebben ze wel een enorme terreinkennis en die blijkt volledig onderschat. Brazilië’s meest fameuze generaal, de epilepticus Antonio Moreira Cesar, bekend als de koppensneller, sterft zelfs in de strijd; een geweldige blamage. 
Restanten van de kerk in CanudosDe vierde aanval met vijfduizend soldaten loopt vast. Een versterking van nogmaals drieduizend manschappen vernietigt Canudos na een belegering van drie maanden. En vijfentwintig duizend mensen sterven.
Het verhaal zoog me volledig mee en ik kon niet anders dan met nog meer sympathie kijken naar de arme bewoners van deze streken die ik tijdens mijn stage had leren kennen. Ik kon beamen wat er over hen geschreven was: “De bewoner van deze streken is boven alles sterk”. Deze mensen die hier hun schamele bestaan opbouwden, ontroerden en verwonderden me. 
In het boek werd beschreven wat ik met eigen ogen had gezien: de droogte, het stof, de doornige vegetatie, de rotsformaties, de taaiheid van de bevolking, het grootgrondbezit, de kerk, het volksgeloof, de armoede, de kindersterfte, de problematiek van goed drinkwater en heel markant een doodarm rondtrekkend circusje, dat nu nog steeds zijn tenten opslaat in mijn parochies. 

 

Meesterverteller
Llosa weet het gebeuren om te zetten in verhaalvorm. Hij beschrijft in wisselende beelden de dialogen en de positie van de mensen die partij zijn in het conflict: de gouverneur, het leger, de toen starre katholieke kerk, de grootgrondbezitter, de journalist, de volksmissionarissen, een Europese revolutionair, de mensen die Canudos opbouwden en zelfs het rondtrekkende circusje. 
Marques meent: “Als je een verhaal herhaaldelijk vertelt, ontdek je beter de rijkdom en de inhoud ervan”. Dit principe wordt door Llosa toegepast: ieder vertelt het verhaal vanuit zijn of haar positie. Geen zwart-witbeeld dus en oog voor de inbreng van elk van de betrokkenen.
Het is dit verhaal dat mij uiteindelijk over de streep trok om terug te keren naar Brazilië en dat me deed besluiten om met steun van de redemptoristen in een vergelijkbaar gebied te gaan werken in de Cariri-
streek. En dat nu al bijna 40 jaar, dankzij een boek.

Jan Joris Rietveld