Gerardus Magazine 2023-5

2023-5

Nieuwe Nederlanders

Immigrant voor immigranten

Lees artikel als pdf
 

Via een collega kom ik opnieuw in contact met Marjatta Touw. Opnieuw zeg ik uitdrukkelijk, want we kennen elkaar al vanuit de jaren ’80 tijdens onze studie, maar we hebben elkaar uit het oog verloren. Op een middag vertelt Marjatta – terwijl zij haar woorden zorgvuldig kiest – over haar ervaringen als Finse in Nederland. 

 

Het station van Harwich
“Als Finse vrouw bedenk je toch niet zomaar om naar Nederland te komen?”, is mijn spontane vraag. “Nee, inderdaad niet”, zegt Marjatta, zittend in haar schommelstoel die ze van haar vader heeft geërfd. 

“Mijn leven is één lang en wonderlijk verhaal. Ik ben geboren in Kangasala (ZW-Finland) en heb scheikunde gestudeerd in Turku. Om beter Engels te leren, heb ik twee maanden zomerwerk in Engeland gedaan. Na afloop zou ik met mijn familie naar Oostenrijk op vakantie gaan. Op het station van Harwich raakte ik verzeild in een lastige situatie, maar gelukkig schoot plotseling een jonge Nederlandse man mij te hulp. Om bij te komen van de schrik, dronken we samen een kop koffie. Als afscheid gaf deze man mij zijn adres en zo begon de briefwisseling met Daan.

Met Kerstmis kwam hij op bezoek in Finland en met Pasen reisde ik naar hem in Utrecht en maakte ik ook kennis met zijn ouders die in Weert woonden. Zij zijn voor mijn inburgering heel belangrijk geweest. In 1970 trouwden we in Finland in bijzijn van het hele ‘Touwen’ gezin. In het voorjaar van 1971 verhuisde ik naar Sittard, waar Daan al een baan had in het ziekenhuis als klinisch fysicus. Omdat ik scheikundige was, heb ik toen bij hem in het laboratorium gewerkt. Daarna heb ik nog twee jaar in het centraal lab van DSM gewerkt. We wilden graag kinderen, maar die wens is niet in vervulling gegaan. Dat was een reden om een andere invulling aan mijn leven te geven, want ik ga heel graag met mensen om”.

 

Opnieuw studeren
Ik ben niet verbaasd dat Marjatta’s leven een wending kreeg, want ik ken haar eigenlijk als een heel sociaal betrokken vrouw. Dat is voor mij voelbaar wanneer ik met haar spreek in haar gezellig ingerichte appartement. Veel voorwerpen in haar huis hebben ook een verhaal, waarover ze enthousiast vertelt: de piano waar ze nog dagelijks op speelt, verschillende kleurrijke portretten die ze zelf schilderde in de jaren ’80 in het Kunstencentrum ‘Kumulus’ in Maastricht, de talloze spullen uit haar ouderlijk huis in Finland, beeldjes uit Peru (Marjatta werkte tien jaar in de Wereldwinkel) en een kleurrijke doek over een grote zitbank. 

Omdat Fins toch een totaal andere taal is, vraag ik Marjatta hoe het voor haar was om Nederlands te leren. “Nou, Nederlands is ook voor mij een vreemde taal, maar via mijn schoolduits was het te doen. In het begin volgde ik een cursus Nederlandse literatuur op de volksuniversiteit in Geleen en las veel Nederlandse boeken (met het woordenboek) en zat in een gespreksgroep. Daar raadde iemand mij aan om opnieuw te gaan studeren, want zo zou ik ook de taal beter onder de knie kunnen krijgen. Ik ben in 1979 aan een katholiek instituut theologie gaan studeren. Van huis uit was ik lid van de Evangelisch Lutherse kerk, maar via de moeder van Daan had ik het katholicisme leren kennen. Ik was al vanaf de 70’er jaren met Daan verbonden met de parochie in Vrangendael in Sittard.

Pas na mijn studie, werd ik in 1999 in een feestelijke vormselviering door pastoor Willy Meertens in de katholieke kerk opgenomen. In die tijd was ik ook lid van de werkgroep beleidsplan en later ook lid van het kerkbestuur. In 2005 werd ik vertegenwoordiger van de diaconale activiteiten in de pastoraatsgroep.”

 

Bij God zijn
“Naast filosofie en spiritualiteit betekenen de bijbelverhalen veel voor mij. Hierin wordt zichtbaar hoe God zich laat kennen en ervaren in Jezus Christus, maar ook hoe de H. Geest ons steeds bemoedigt. Daarom is de eucharistieviering voor mij erg belangrijk. Vooral de woorden: ‘Doe dit tot mijn gedachtenis’, betekenen voor mij ‘bij God zijn’.

En versterkt door dit geloof ben ik bijvoorbeeld al 20 jaar diaconaal bezig met de asielzoekers en nieuwkomers via het Diakonaal Beraad. Als immigrant krijg ik gemakkelijk diepzinnige contacten. Ook voor hen is het wezenlijk – zoals ik heb ervaren – dat je je verbonden voelt met mensen in het nieuwe ‘vaderland’. 

‘Bij God zijn’ kan ik ook ervaren in de natuur hier en in Finland, waar ik ‘s zomers vaak ben geweest. Ofschoon Finland mijn land en dat van mijn ouders blijft, heb ik in Nederland een nieuw leven opgebouwd. En al is mijn man Daan nu ruim een jaar geleden overleden, ik blijf in Nederland. Het is goed zo.”

Marianne Debets