Als ome Jos op bezoek kwam dan deed hij altijd een kunstje. Hij liep naar Maya toe en zei: ‘Wat heb je daar in je oor?’ En dan haalde hij 50 cent uit haar oor en dat mocht ze houden; allicht, het was toch haar geld! Toen Maya wat ouder was, trapte ze daar niet in. Met 50 cent in je oor zou je toch al lang naar het ziekenhuis zijn gebracht. Een rozijn misschien, maar toch geen 50 cent! Dus vroeg Maya aan ome Jos: ‘Heb je niets in je hand?’ Ome Jos liet zijn handen zien, ze waren leeg! Waar kwam die munt dan vandaan? Nog later ging ze zijn vingers inspecteren, of daar niets tussen zat. Het mysterie was pas opgelost toen ze hem zijn jasje uit liet doen en zijn mouwen op liet stropen, want Maya wist intussen wel dat toveren niet kon. Op een kwade dag vertelde mamma dat ome Jos overleden was. Ze hadden veel verdriet. Op de begrafenis vertelde de pastoor over de kunstjes die Jos deed. Hij zei dat ome Jos heel veel van zijn neefjes en nichtjes hield en dat hij ze daarom altijd verraste met ze 50 cent uit het oor te peuteren. Dat is de echte toverkracht in het leven, dacht Maya. De liefde doet wonderen!