Gerardus Magazine 2019-2

2019-2

GEDICHT

En toch

Wat zul je je hoofd laten hangen bij
de tegenslag in het bestaan, wat zul je
stilstaan bij wat jou neerhaalt in je tijd?

Er zijn de momenten waarop je niet meer
verder wilt, geen mens meer wilt zien en
niemand je nog kan bereiken, het is genoeg.

Je raakt leeg, je raakt op, je bent niet meer
gevoelig voor iemands raad, je gelooft niet
meer in mensen, je gelooft nog wel in niets.

En toch kom je altijd weer iemand tegen die
jou opbeurt en zegent op je moeizame pad
naar je heelheid, je gerechtigheid, je vrede.

En toch zijn zij er die je iets van hun kracht
sturen om te volharden, ondanks je zwakte,
je angst, je doofheid, je geteisterd gemoed.

En toch blijft de wereld van liefde gemaakt
en toch blijft de wereld van liefde gaande;
zo moet het wel zijn, de levensspil is liefde.
 
En toch is daar het vertrouwen in de ander,
herken je de zwakheid van jouw belagers,
weet je hun mens-zijn aan het jouwe gelijk.

Confusius1 zegt:
‘Als ik in mijn hart een groenende twijg
bewaar, zal de zangvogel zeker komen.’


1 Confusius: Chinese wijsgeer (551-479 voor Chr.)

Ine Verhoeven