Gerardus Magazine 2019-2

2019-2

GERARDUS MINIATUREN

De nood van de ander is altijd groter

In het gezin Majella heerst bittere armoede nadat vader Domenico Majella is gestorven aan tuberculose. Gerardus gaat naar school en leert lezen en schrijven, maar nu vraagt zijn moeder hem om bij de plaatselijke kleermaker Martino Pannuto in de leer te gaan. Zo kan de twaalfjarige Gerardus dan het werk van zijn vader voortzetten en heeft het gezin weer wat inkomsten.
Hoewel Gerardus’ hart misschien naar iets anders uitgaat, neemt hij de taak van kostwinner van het gezin op zich. Hoe zou hij zijn eigen moeder en zusjes honger kunnen laten lijden? Op het moment dat hij de nood van de ander ervaart, vergeet hij zijn eigen situatie en geeft de ander datgene wat hij nodig heeft.
Zo ook als hij op een dag in de winter een bedelaar ontmoet die hem om een aalmoes vraagt. Nee, geld heeft Gerardus niet, zelfs geen brood of wat te drinken, maar hij heeft wel pas een nieuwe jas gekregen. Dat is tenminste iets! Als vanzelf doet hij zijn jas uit en geeft hem aan die ander, want is de nood van hem niet groter dan de zijne?


Het kleermakersvak biedt toch te weinig perspectief en Gerardus wordt huisknecht bij bisschop Albini van Lacedonia, in de buurt van Muro. Deze man staat bekend als een groot geleerde, maar wordt ook gevreesd om zijn onaangenaam humeur. Bisschop Albini kwam ook uit Muro en Gerardus zal beslist de verhalen gekend hebben die over hem de ronde deden.


Met al zijn edelmoedigheid en menslievendheid heeft Gerardus de bisschop misschien wel willen helpen bij zijn moeilijke taak. Maar de houding van de bisschop verandert nauwelijks. Hij behandelt Gerardus onbarmhartig en kleineert hem waar mogelijk. Het ligt niet in Gerardus’ aard om zich te verweren tegen een hoger geplaatste en zeker niet om over hem kwaad te spreken. Waarschijnlijk ziet Gerardus wel de goede intenties van de bisschop, maar voelt hij ook zijn onmacht en onvermogen aan om redelijk te handelen en om mild te zijn tegenover mensen. Als Gerardus in 1744 terugkeert naar Muro na de dood van de bisschop zegt hij slechts: ‘Monseigneur is altijd goed voor mij geweest’.

Marianne Debets