Gerardus Magazine 2019-4

2019-4

Een lied dat je raakt

Pas dan kwamen de tranen

Het gebeurde jaren geleden tijdens een kerkdienst waarin overledenen herdacht werden. Na het uitspreken van de namen van hen die dat jaar gestorven waren, zette het orgel het koraal in uit de Bachcantate nr. 147: ‘Wohl mir dass ich Jesum habe’ (Wat een voorrecht dat ik Jezus heb) en wat mij één keer eerder, ook heel lang geleden, overkomen was bij een heel ander muziekstuk, overkwam mij nu weer: ik kon mijn tranen niet bedwingen. Het had niets te maken met het noemen van die namen, want de overledenen waren noch familie noch vrienden. Hoe kwam het dan dat ik toen toch moest huilen?
Ik zong destijds in een koor dat bestond uit jonge enthousiaste zangers. We zongen muziek van moderne componisten: Hindemith, Ravel, Duruflé, Ton de Leeuw, naast werken van ‘oude’ meesters. Bij de mannen was een tenor die ook dirigent was, maar van een ander koor. Hij zocht mee de stukken uit die we gingen zingen. Een zeer charismatisch iemand en constant bezig met muziek.
Het ging allemaal fantastisch, totdat op een dag een noodlotstijding kwam. Hij was op weg naar huis in zijn auto aangereden door een dronken automobilist en was op slag dood. Het hele koor was ontsteld en uit het veld geslagen. Op de begrafenis vloeiden tranen, natuurlijk, maar ik kon toen niet huilen. Een koorlid vroeg mij waarom ik niet huilde. Ik had er geen antwoord op, want verdriet had ik wel degelijk en het gemis voelde ik ook wel. Maar huilen? Nee.
Totdat ik die zondag in de kerk geraakt werd door de muziek van Bach die de organist speelde. Hij maakte los wat toen bij de begrafenis niet los kwam, die ondertussen allang achter de rug was.

Waardoor kwamen de tranen nu wel? Toen kon ik het niet verwoorden. Nu hoef ik niet lang na te denken. De melodie werkt bevrijdend door tevoorschijn te halen wat een mens liever niet wil of kan tonen. Die ook als weldadige balsem verzachtend werkt, troost en heelt.  
 
Door de vele bewerkingen die gemaakt zijn, vooral die met de Engelse tekst ‘Jesus, Joy of Man’s Desiring’, kennen velen de muziek zonder zich er van bewust te zijn dat die door Bach gecomponeerd is. Misschien is dat een van de redenen dat het koraal nogal eens gezongen  wordt op begrafenissen, naast het feit dat het troostrijke muziek is.


Wohl mir, dass ich Jesum habe,
O wie feste halt ich ihn,
Dass er mir mein Herze labet,
Wenn ich krank und traurig bin.
Jesum hab ich, der mich liebet
Und sich mir zu eigen gibet;
Ach, drum lass ich Jesum nicht,
Wenn mir gleich mein Herze bricht.

Marije Bijleveld