Gerardus Magazine 2019-4

2019-4

Heiligen en hun verhalen

Timmerman wordt vastgoedmakelaar

Ach, Sint-Jozef: Als je hem ziet staan in de eerste de beste kerk, roept hij het beeld op van een pantoffelheld. Een zoetige glimlach speelt om zijn mond. Hij lijkt op een brave huisvader. Zijn lange gewaad, volgens de mode van zijn tijd, suggereert dat hij in ieder geval niet de broek aan had. En waarom is een tweede viool als attribuut niet toegevoegd?

In zijn hand houdt hij de palm, doorgaans in verband gebracht met vrouwen die omwille van het geloof maagd zijn gebleven. Sint-Jozef heeft niets van een stoere man of vader zoals je die tegenwoordig achter kinderwagens ziet zeulen of in de reclames ziet figureren. Zijn zij getooid met een zorgvuldig getrimd baardje, Sint-Jozef liet de zijne tot op zijn borst groeien.
Maar wil dat alles ook zeggen dat hij een pantoffelheld is? Dat valt te bezien.

 


Patroon van de emancipatie
Natuurlijk, in de beeldvorming heeft Sint-Jozef het zwaar. Wat wil je met een echtgenote die de populairste is onder de vrouwen. Bij dit stel waren de rollen twintig eeuwen geleden, lang voor de emancipatie van de vrouwen, al omgekeerd. (Opvallend eigenlijk dat zij samen niet de patroon zijn van de emancipatie). Maar dat wil niet zeggen dat Sint-Jozef er niet toe deed en een rol op de achtergrond verdiende. Al helemaal niet als pantoffelheld.

Op de keper beschouwd was hij gewoon een toffe vent. Hij immers zorgde ervoor dat zijn hoogzwangere en dus zeer kwetsbare vrouw een onderkomen vond toen ze onder barre omstandigheden op reis waren. ‘Het hagelde en het sneeuwde en ’t was er zo koud’. Gegeven de omstandigheden – alles was vol en Airbnb
werd pas tweeduizend jaar later uitgevonden – was de stal een uitkomst. Het echtpaar in blijde verwachting vond in ieder geval een dak boven het hoofd. Dat een kacheltje ontbrak was geen punt, want de os en de ezel gaven met hun lijven warmte. Een warm staaltje zorgzaamheid van Sint-Jozef.


Zorgzaam voor velen
Dit huzarenstukje van een aanstaande vader promoveerde hem tot patroon van ‘een goed dak boven je hoofd’. En daarvan maakte het volksgeloof op zijn beurt een ritueel dat Sint-Jozef zelfs onder de grote massa seculieren tot een bekendheid maakte. Namelijk, wat moet je doen als je je huis niet verkocht krijgt? Stel deze vraag eens op een feestje en gegarandeerd dat minstens een van de aanwezigen zal zeggen: ‘een beeldje van Sint-Jozef in de grond begraven’. Vervolgens vertelt hij hoe je dat moet doen: met het hoofd naar beneden en het gezicht naar de voordeur – en nog wat rituelen meer. ‘En, werkt het?’ ‘Ja, in mijn geval wel.’ ‘Dan probeer ik het ook eens.’

 

Het Sint-Jozefgevoel
Voor de grootste concentratie Sint-Jozefgevoel moet je toch niet in een kerk zijn (met respect), maar in een bedevaartplaats, omdat zo een heilige net iets dichterbij is. Hoewel, in het geval van Sint-Jozef haal je hem via een kerststal natuurlijk wel heel dichtbij, namelijk in huis. Maar met deze kanttekening: dé Sint-
Jozef­bedevaartplaats is toch wel Smakt, het enige pelgrimsoord van de voedstervader van Jezus in Nederland. Smakt is het kleinste kerkdorp van de gemeente Venray en ligt op de provinciegrens Limburg-Brabant. Sint-Jozef wordt hier sinds 1699 vereerd.

Niet ver hier vandaan – als je toch op bedevaart bent – ligt Tienray, een Mariapelgrimsoord onder de naam Klein Lourdes. In het volksgeloof werden weinig grapjes gemaakt over Maria, over alle andere heiligen des te meer. Er is een grapje waarin Maria en Sint-Jozef samen figureren. Het stel is 50 jaar getrouwd en besluit een leuk reisje te maken. ‘Waar naartoe?’, vraagt Sint-Jozef aan zijn gade. Maria: ‘Laten we naar Lourdes gaan want daar ben ik nog nooit geweest’.

Paul Spapens