Gerardus Magazine 2019-5

2019-5

Mensen met een passie

De man achter vele groene schermen

Op een zonnige ochtend bel ik aan bij het huis van Jelle Vegt. Ik heb gehoord dat hij niet alleen beroepsmatig sterk betrokken is bij milieu- en duurzaamheidsvraagstukken, maar als gebouwbeheerder van de Protestantse Gemeente Maas-Heuvelland bezig is met het ontwikkelen van een ‘groene kerk’. Ik ben benieuwd wat dat is.
 
Zelf woont hij in een huis in het groen aan de rand van Maastricht. Ik maak kennis met een man die weliswaar gepensioneerd is, maar nog zeer druk bezet is. Tijdens ons gesprek rinkelt de telefoon bij herhaling. Redelijk kalm staat hij iedereen te woord.

Wat is uw achtergrond, uw opleiding?
Ooit studeerde ik werktuigbouw, maar dat bleek een te technisch vak. Ik schakelde toen over naar Wageningen en pakte een studie op die lag op het snijvlak van natuur en techniek; land- en watermanagement.

In 1972 verscheen het Rapport ‘Grenzen aan de groei’ van de Club van Rome. Vooraanstaande wetenschappers hadden vijf grote wereldproblemen in hun onderlinge verband onderzocht: de groei van de mondiale bevolking, de voedselproductie, de industrialisatie, de uitputting van grondstoffen en milieuvervuiling. Het zorgde wereldwijd voor veel commotie.
In het rapport stond namelijk dat als de westerse maatschappij in het zelfde tempo bleef consumeren, er binnen 100 jaar grote problemen zouden ontstaan qua bevolkingsgroei en milieuvervuiling. Terwijl de uitputting van grondstoffen en stagnatie van voedselproductie al na 50 jaar zouden optreden. In 2006 en 2007 heb ik nog een Energie Management opleiding gevolgd om me breder te oriënteren.


U hebt op verschillende plekken gewerkt in Limburg?
Ja, tot 2011 parttime bij de Provincie Limburg. De laatste jaren met als doel de kwetsbare natte natuur in Limburg voor verdroging te behoeden. Daarna bij Natuur en Milieufederatie Limburg voor het servicepunt Energie Lokaal Limburg. Dit was een leuke plek waar ik mensen adviseerde en ondersteunde die samen aan de slag wilden om hun omgeving te verduurzamen, meestal in de vorm van energiecoöperaties. Dit zijn ondernemingen waarin mensen zonder tussenkomst van een projectontwikkelaar zélf grote projecten oppakken. Een voorbeeld hiervan is het bouwen van coöperatieve windparken in Midden-Limburg. Voor het doorzettingsvermogen van deze mensen heb ik veel bewondering.  
 
Twee jaar geleden bent u 65 geworden, maar u werkt gewoon door, zo lijkt het.
Ik had allerlei plannen: een lange fietstocht maken, vrienden opzoeken, af en toe een klusje oppakken, maar ik wilde ook graag maatschappelijk actief blijven. Als ik eraan denk hoeveel bevlogen en betrokken mensen ik heb ontmoet. Al die mensen die bezig waren met zonneparken, windenergie, technieken om energie te besparen en de samenleving te verduurzamen. Vaak gingen projecten goed, soms ook niet, er mislukte ook wel eens wat door een te groot optimisme van mensen. Dat heeft me zoveel gebracht. Ik kon het niet loslaten, dus ik blijf wat bezig met mijn ‘vak’.




De laatste jaren bent u beheerder van de gebouwen van de PKN-kerk in Maastricht en het Heuvelland. Waar gaat het dan concreet over?
We hebben momenteel een groot project onder handen in de St. Janskerk, naast de Sint-Servaas in Maastricht. Er ligt een grote olie-gestookte luchtverwarmingsinstallatie. Maar we vroegen ons af: ‘Wat gebeurt er met al die warmte?’ We hebben toen op diverse plekken in de kerk uitvoerige metingen gedaan. Het bleek dat, terwijl bij het plafond het al een hele tijd 24 graden was, daar waar de mensen zaten ruim 10 graden lager was! Tegen de tijd dat het daar aangenaam vertoeven was, hadden we al een uur of vier gestookt. En dat voor soms maar een tiental mensen in de kerk. Het bleek veel efficiënter te zijn om dáár te verwarmen waar er behoefte aan is. Dat kan met een combinatie van vloerverwarming en infrarood. Daar mikken we nu dus op, want dat leidt tot een aardige besparing en toch voldoende comfort.
In de oude protestantse kerk in Vaals willen we nu bijvoorbeeld infrarode lampen aan de muren plaatsen en daarmee de kerk verwarmen. Maar dit infrarood licht geeft vaak een wat rode gloed. Dat vindt niet iedereen mooi. Een lichtspecialist zoekt nu uit hoe je van rood, mooi warm wit licht kunt maken. Al deze projecten kosten natuurlijk handen vol geld, maar we mogen rekenen op steun van de Provincie Limburg en mogelijk ook van de gemeentebesturen.
Wat erg positief is: sinds dit jaar is er een werkgroep ‘Groene Kerken’ actief in onze kerkelijke gemeente. Doel is onze kerken, ook wat betreft het beheer, verder te verduurzamen en het gesprek op gang te brengen over wat je zélf kunt doen. We prijzen ons gelukkig dat in die groep ook studenten zitten.

Stuiten deze projecten op weerstand bij de mensen?
Nee, dat valt erg mee. Belangrijk is dat je het goed uitlegt en in gesprek gaat met elkaar. We lichten voorstellen per kerk binnenkort toe in een zogenaamd ‘kernberaad’. Daar zijn alle gemeenteleden van ons welkom. Ieder mag zijn vragen stellen en ideeën aandragen.

Doet u naast het beheer van de gebouwen van de PKN-kerk nog ander vrijwilligerswerk?
Ik heb me enkele jaren geleden ook afgevraagd: ‘Wat kan ik doen voor de buurt?’ Ik houd van nieuwe initiatieven. We hebben een plantsoengroep opgericht en een plan uitgewerkt rond de groenvoorziening hier in de wijk. De gemeente onderhield het wel, maar de fruitbomen werden maar af en toe gesnoeid. Wij willen ons plantsoen natuurvriendelijker maken en dat lukt nu, met steun van de gemeente overigens. Zes à zeven mensen werken iedere maand een dag samen en dat brengt veel meer op dan onkruid wieden en struiken snoeien. Het oude ‘nabuurschap’ zien we wat terugkomen.

Dan realiseert Jelle zich plots dat een volgende afspraak op hem wacht. Hij springt op zijn fiets en gaat er in vliegende vaart vandoor. Ik zie een man wegrijden met een grote passie om mensen te stimuleren zelf ‘duurzame groene stappen’ te zetten. Het zit in zijn genen. Het geeft hem inspiratie als hij samen met anderen aan iets groots en groens kan werken.

Marianne Debets