Gerardus Magazine 2019-7

2019-7

100 jaar in zicht

Eindelijk volwaardig Nederlander

‘Vreugde, grote vreugde zal er zijn in de harten van duizenden vrouwen, die naar hare gaven en krachten hebben meegewerkt aan de bereiking van dit doel’. Dat schrijft de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht in 1919. Vanwaar die grote vreugde?


Grondwet
Daarvoor moeten we inderdaad naar 1919 gaan en wel naar 9 mei van dat jaar. Op die dag stemde de Tweede Kamer in met de invoering van het algemeen kiesrecht. Er werd niet eens zo veel ruchtbaarheid aan gegeven toen. Opmerkelijk, want de strijd van vrouwen om dat algemene kiesrecht kon in feite niemand ontgaan zijn. Het liberale Tweede Kamerlid Henri Marchant die het wetsvoorstel had ingediend, zei: ‘Wij moeten kort zijn, ook op historische ogenblikken’. Maar hij kreeg buiten op het Binnenhof wel bloemen van de vrouwen die decennialang voor dat recht gestreden hadden.

Een naam die ontegenzeglijk verbonden is met die strijd, is die van Aletta Jacobs (1854-1929), de eerste vrouw die een universitaire studie succesvol afrondde. Ze vond het onverteerbaar dat vrouwen uitgesloten werden van het stemmen bij verkiezingen. De betreffende tekst in de Grondwet luidde: “De leden van de Tweede Kamer worden in de kiesdistricten, waarin het Rijk verdeeld wordt, gekozen door de meerderjarige ingezetenen, Nederlanders, (…).” Er stond dus helemaal niet dat vrouwen niet mochten kiezen! Met dit argument verzocht Aletta Jacobs tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 1883 om zowel verkiesbaar te zijn als ook te mogen kiezen. Zij was toch een Nederlander? Het resultaat van dit verzoek was dat de tekst in de Grondwet aangepast werd. Niet ten gunste van de vrouwen. Integendeel. Het woord ‘mannelijk’ werd toegevoegd. Nu stond er: “De leden van de Tweede Kamer worden regtstreeks gekozen door mannelijke ingezetenen, tevens Nederlanders”. Ook de pers liet zich gelden en niet per se ten gunste van de vrouwen. Het Algemeen Handelsblad bijvoorbeeld schrijft rond die tijd: “Er is voor de vrouwen zo’n ruime werkkring weggelegd, dat waarlijk het niet nodig is dat de vrouw zich met de politiek inlate”.


Geen woorden, maar straffe daden
De vrouwen lieten het er niet bij zitten. In 1894 richtten Aletta Jacobs en Wilhelmina Drukker de ‘Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK)’ op. Het idee daarachter was dat vrouwen beter hun krachten kunnen bundelen en gezamenlijk de strijd aangaan. Er werden bijeenkomsten georganiseerd, ook demonstraties, lezingen gegeven en er werd propaganda verspreid. Dit allemaal met het doel vrouwen te stimuleren zich aan te sluiten bij de strijd.

Nu waren de Nederlandse vrouwen niet de enigen die opkwamen voor vrouwenkiesrecht. Het was een internationale strijd. Welhaast berucht zijn de Engelse feministes, die we kennen als ‘suffragettes’. Ze braken winkelruiten ‘in naam van het vrouwenkiesrecht’ en klonken zich met kettingen aan hekken vast. En het frappante was dat het eigenlijk heel keurig opgevoede dames waren, heel conventioneel, op dat ene punt na. En ze lieten zich duidelijk gelden.

De tijd van beleefd vragen was voorbij vonden ze. ‘Daden, geen woorden’, was de leus van onder anderen Emmeline Pankhurst en haar dochters Sylvia en Christabel. Politici werden letterlijk aan hun jasjes getrokken. Dat zette geen zoden aan de dijk en de acties werden heftiger: een kunstwerk in de National Gallery werd vernield, brandbommen in brievenbussen achtergelaten en sommige suffragettes gingen zelfs in hongerstaking. Een van hen, Emily Wilding Davison kreeg acht keer celstraf wegens demonstreren. Zij gooide zich uiteindelijk tijdens de Epsom Derby in 1913 voor het paard van de koning en stierf aan de verwondingen. ‘Onze goede zaak heeft martelaressen nodig’, zei zij eens.


18.000 demonstranten
Zo gewelddadig ging het er in Nederland niet aan toe. Sommigen vonden het houden van een wake op het Binnenhof (1913) of een wandeling naar het huis van de premier al te ver gaan. Na 1913 werden de bijeenkomsten van de voorvechters steeds groter. Hoogtepunt was een demonstratie op 18 juni 1916 op het terrein van de Amsterdamse IJsbaan, die 18.000 mensen op de been bracht.




Uiteindelijk loonde alle strijd de moeite. In 1917 kregen de vrouwen passief kiesrecht. Ze mochten worden verkozen, maar niet kiezen. Dat recht kwam dus in 1919 met de initiatiefwet van Henri Marchant. En in 1922 gingen de vrouwen voor het eerst naar de stembus. Wat wij nu vanzelfsprekend vinden, is ‘zwaar’ bevochten.

Marije Bijleveld