Gerardus Magazine 2019-8

2019-8

Kunstrubriek

In het vizier

Geëngageerde kunst is er zolang er kunst is, maar is niet altijd in eerste instantie als zodanig herkenbaar. Het komt vaak voor dat de kijker zich ongemakkelijk voelt bij een dergelijk werk. Hij vindt het niet mooi, hij weet niet wat hij er van moet denken, hij begrijpt er niets van en alleen met uitleg erbij kan hij zich er iets bij voorstellen. Dat mag waar zijn, het neemt niet weg dat er zeker werken zijn waar je niet meteen bij wegkijkt, die intrigeren.

Zo’n werk is hier afgebeeld. Het is gemaakt door de Spaanse kunstenaar Juan Genovés (1930). We zien een ronde schijf met een rode rand er omheen. Daarin is een silhouet afgebeeld van een figuur met uitgestrekte arm. Hij staat voor een menigte mensen, die zo te zien van een grote hoogte gefotografeerd is. Het is een evenwichtige compositie, licht en donker zijn mooi toegepast en er is niets dat ons nu meteen verontrust. Totdat we beter kijken. Genovés dwingt ons, juist door dat silhouet, om dichter bij te komen. We ontdekken dat al die mensen hard weglopen. Sterker nog: ze vluchten naar alle kanten. We kunnen hen bijna allemaal apart onderscheiden. En als we nauwkeuriger naar het silhouet kijken, zien we dat het een man is met een wapen in zijn hand. Een schutter met een machinegeweer. En die ronde schijf blijkt het vizier van een verrekijker te zijn. Langzamerhand ebt het aangename gevoel van het begin weg en zien we de verschrikkelijke realiteit onder ogen: ‘Het volk, microscopisch klein, is uitgeleverd aan een tiran die zich vereenzelvigt met de loop van een machinegeweer. De mensen krioelen hulpeloos als mieren in de schaduw van de terreur’, aldus een citaat uit een beschrijving van dit werk.

Genovés was er sterk van overtuigd dat de kunst en de kunstenaar veranderingen tot stand konden brengen in de samenleving. Hij engageerde zich in de jaren zestig met oppositiebewegingen tegen Franco en nam in zijn werken duidelijk stelling tegen oorlog, terreur en onderdrukking. Dit werk ‘Stop’ heeft in feite nog niets aan zeggingskracht ingeboet. Nog steeds worden de verwachtingen van veel mensen  continu de bodem in geslagen door genoemde gewelddadigheden.
Geëngageerde kunst kan de ogen van mensen inderdaad openen. En nu in de Adventsweken, waarin we weer vol verwachting uitkijken naar de komst van de Vredevorst, kan het geen kwaad zulke kunst eens tot ons toe te laten, al is zij soms nog zo confronterend.



Marije Bijleveld