Gerardus Magazine 2019-8

2019-8

Heiligen en hun verhalen

Negentien politieke heiligen

'Op een driesprong in een rommelig boerenlandschap staat een in 1904 ingezegend kapelletje. We zijn hier in de buurtschap Hegge, nabij Weelde, aan de Belgische kant van de rijksgrens. Nederland, Noord-Brabant, ligt een paar kilometer verderop.


Nicolaus Poppelius
Kenmerkend aan dit grensgebied zijn de bovenmaatse klompen die de bewegwijzering zijn van een fietsroute met smokkelen als thema. Aan de onderkant van de klompen werden door de slimme smokkelaars afdrukken in de verkeerde kant uitgesneden zodat de jagende douanemensen de verkeerde kant op werden gestuurd; de klompafdrukken in het zand gaven immers die richting aan, terwijl de dader de andere richting volgde...

In zo’n gebied zijn we hier, een gebied waarvan de bewoners al eeuwenlang Mariafans zijn. Overal staan Mariakapelletjes. Je zou dus verwachten dat het kapelletje in Hegge aan Maria is toegewijd. Maar nee, er staat een indrukwekkend gepolychromeerd beeld in van de heilige Nicolaus Poppelius, een van de negentien Martelaren van Gorcum. Hier in de Hegge werd hij in 1532 geboren, veertig jaar later vond hij in Brielle de dood omwille van zijn katholieke geloof.


Typisch Belgisch
Rond het driehoekig perceel staan bomen en het is omzoomd door een mooie beukenhaag. En je ziet nog veel meer, want het is gewoon een interessante plek. Maar wat je niet ziet is het zand waarop het kapelletje met het beeld uit 1867 staat.

Zowel in Weelde als in het naburige Poppel is Nicolaus Poppelius altijd zeer vereerd. Hegge ligt min of meer tussen beide dorpen in. Vanaf de heiligverklaring – daarvóór niet - ruzieden de bewoners over de vraag of de wieg van de heilige aan de Poppelse kant stond of aan die van Weelde. Daar viel eer mee in te leggen.

Het pleit werd beslist op een manier die je typisch Belgisch mag noemen. De plaats waar de kapel werd gebouwd is lager gelegen en moest worden opgehoogd – met zand uit Poppel. De kapel staat in Weelde op Poppelse grond. Iedereen tevreden.


Godsdienstoorlog
Nicolaus van Poppel was kapelaan in Gorcum dat in juli 1572 door de Geuzen werd veroverd. De Tachtigjarige Oorlog had in de Nederlanden het karakter van een godsdienstoorlog. De opstandelingen keerden zich vooral tegen katholieke geestelijken die zij als trouwe onderdanen van de Spaanse koning Filips II zagen.

In verschillende steden zijn priesters en kloosterlingen slachtoffer geworden van de Geuzen. Onder hen de negentien Martelaren van Gorcum. De meeste van hen zijn bekend gebleven onder de plaatsnaam waar ze waren geboren, zoals Adrianus van Hilvarenbeek, die net aan de andere kant van de grens, vlakbij Poppel het levenslicht zag. Johannes van Oisterwijk. Hiëronymus van Weert. Cornelius van Wijk bij Duurstede. Leonardus van Veghel.


Geneeskrachtig vijverwater
Er is één oord waar ze alle negentien in beeldvorm aanwezig zijn en dat is de kerk die is gebouwd op de plaats waar ze op 9 juli 1572 werden opgehangen. Twee confraters gingen door de folteringen door de knieën en werden vrijgelaten. De H.H. Martelaren van Gorcum-kerk werd in 1932 gebouwd ter vervanging van een houten kapel. Achter de kerk ligt onder meer een vijver waarvan werd aangenomen dat het gebeente van de negentien martelaren er in is gewassen. Het volksgeloof wist daar wel raad mee: het vijverwater werd als geneeskrachtig beschouwd.

De kerk ligt aan de rand van Brielle. Je moet eerst een bedrijventerrein passeren om er te komen, terwijl Brielle zelf een prachtig geconserveerd stadje is. Een van de belangrijkste trekpleisters is naar de periferie verbannen. ‘Den Briel’ is een nationaal bedevaartsoord en de bekendste pelgrimsplek in het bisdom Rotterdam. Het hele jaar door gaan katholieken op bedevaart naar Brielle. De hoogtijdag is 9 juli, de datum waarop ze als martelaar zijn gestorven en dus rechtstreeks naar de hemel zijn gegaan.


Een late heiligverklaring
Opvallend aan hun verhaal, waarvan een deel wordt verteld in het Gorcums Museum in Gorinchem, is dat ze pas in 1867 heilig zijn verklaard. Zelfs voor Vaticaanse begrippen is dat extreem laat.

Daar is een verklaring voor. In de katholieke propaganda van die tijd zijn de martelaren vooral gebruikt om het verwerpelijke karakter van de protestantse tegenstanders aan te tonen. In die zin kan gesproken worden van een (kerk)politieke heiligverklaring.

Het kwam de katholieke kerk in Nederland, die bezig was aan een emancipatieproces, goed van pas om toen deze slachtoffers van de protestanten tegen de protestanten in stelling te kunnen brengen. In 1675 waren ze al zaligverklaard. De heiligverklaring maakte destijds grote indruk op de Nederlandse katholieken.

Paul Spapens