Gerardus Magazine 2020-1

2020-1

Eeuwfeest

Zo begon het een eeuw geleden

Zo begon het een eeuw geleden

 

Voorpagina Gedicht - 1e deel Gedicht - 2e deel

 

Apostolaat van de pen
Zodra de redemptoristen zich in 1836 in Wittem vestigden, legden zij zich erop toe het Woord van God niet alleen met hun stem, maar ook ‘met de pen’ te verkondigen. Een van de eerste zorgen van de eerste rector, pater Alexander Cszitkovicz, was om een eigen, bescheiden drukkerij op te zetten; toch wel bijzonder  voor een beginnend klooster. Het ging hem erom “geschriften uit te geven om de vruchten van de volksmissies te versterken, het devotieleven te verlevendigen en het christelijk leven te verdiepen”. Zo werden onder meer geschriften van de stichter Sint-Alfonsus vertaald; het boekje ‘Bezoeken aan het Allerheiligste Sacrament’ vond zo zijn weg naar vele duizenden katholieke gezinnen. 

 

De drukkerij zelf ging overigens al na twee jaar over naar de firma Alberts, die wel moest beloven om zich vanuit Sittard “vóór Pasen 1838 binnen hoogstens een kwartier afstands van Wittem als boekdrukker te vestigen”. Fa. Alberts in Gulpen was dan ook vier generaties lang de huisdrukker van Klooster Wittem. 
Vanaf 1920 tot 1988 werd daar ook de Sint-Gerardus­klok gedrukt. 

 

Van Sint-Gerardusklokje naar Gerardus Magazine
En daarmee zijn we beland bij ons jubilerend blad. Een gedenkwaardig moment is het toch wel, nu we toe zijn aan nummer één van jaargang 2020 van het Gerardus Magazine. Het blad bestaat daarmee een eeuw, als we de naamwisselingen door de tijden heen voor lief nemen. 

 

Zoals u hiernaast ziet, begon het ‘Wittemse blaadje’ als ‘Sint-Gerardusklokje’, een naam die het 45 jaar volhield. In 1965 begon een tijd van vernieuwingen en de naam ‘brokkelde steeds meer af’: het klokje werd eerst ‘klok’, en vanaf jaargang 2000 ging ook het ‘Sint’ eraf. In 2009 kende het blad een ware gedaanteverandering. Geen ‘blaadje’ meer op A-5 formaat, maar twee keer zo groot en in magazine-vorm. 

 

Wij zeggen met trots dat het blad daarmee volwassen en eigentijds is geworden. Maar zo doen we onrecht aan de 89 jaar lange geschiedenis die daaraan vooraf is gegaan. Het blaadje was in al die jaren weliswaar klein en bescheiden, met nauwelijks foto’s en illustraties, maar kende in de beginjaren wel een vliegende start met een oplage die we vandaag nauwelijks nog voor mogelijk kunnen houden. 


Een actief en bloeiend netwerk
Ik schetste zojuist al de publicatielust van de redemptoristen. Vooral na zijn heiligverklaring in 1904 nam de verering van de H.Gerardus – ook elders in Vlaanderen en Nederland – met name rond redemptoristenkloosters toe en om die te bevorderen werd besloten om, aldus de kronieken, “een maandschrift op te richten Sint-Gerardus ter eere, om de godsvrucht tot den grooten Heilige en Wonderdoener te bevorderen.” 

 

Om een goede start te maken werden in 1919 20.000 circulaires gedrukt en verzonden naar allerlei kerkelijke en maatschappelijke instituten en aan particulieren door heel het land met het verzoek propaganda te maken voor het nieuwe maandblaadje. Ook werd vanuit Wittem meteen een netwerk opgebouwd van plaatselijke contactpersonen die voor die werving moesten zorgen; eind 1920 waren dat al 450 zgn. zelateurs en zelatrices, die het klaar kregen dat na dit eerste jaar er al 13.047 abonnees waren. 

 

Hoe trots we ook op het huidige Gerardus Magazine zijn: dat waren er toen al drie keer meer dan het huidige abonneebestand! En de groei ging in vliegende vaart verder: in 1925 kende het Sint-Gerardusklokje 20.500 abonnees; tot in 1950 het hoogtepunt werd bereikt met 45.000 abonnees. Een flinke impuls kwam vanuit het Twentse Overdinkel, waar pastoor Gerard van Laak al sinds 1916 de Gerardusbode uitgaf. Toen deze grote stimulator van de Gerardusverering ziek werd en overleed, ging in 1930 het bestand van 7000 abonnees, inclusief de gemotoriseerde adressenmachine en de ponsmachine, over naar Wittem. 

 

Gelukkig hebben we alle 97 jaargangen nog, allemaal keurig ingebonden. Inderdaad 97 jaargangen en geen 100, omdat in de oorlogsjaren de Duitse bezetter de uitgave verbood ‘wegens gebrek aan papier’. 


Boeiend beeld van 100 jaar geschiedenis
Het is interessant om al die oude jaargangen door te bladeren en te zien dat niet alleen de vormgeving sterk veranderde in de loop der jaren, maar ook de inhoud en de thema’s. 

 

Vele jaren lang had het tijdschrift het karakter van een ‘verenigingsblaadje’ geheel gericht op de pelgrims naar Sint-Gerardus in Wittem. De kronieken met uitvoerige verslagen van de bedevaarten nam een belangrijke plaats in en de rubriek ‘Lof en Dank aan de heilige Gerardus’ bestond uit vele lezersbrieven met dankbetuigingen en gebedsverhoringen. Met name toen het blad een magazine werd, richtte het zich tot een breder publiek: mensen op zoek naar ‘bezieling en levensoriëntatie’, zoals nu de ondertitel luidt.

 

In de komende afleveringen willen we stil staan bij boeiende stukjes geschiedenis en enkele opmerkelijke veranderingen. 

Henk Erinkveld CSsR