Gerardus Magazine 2020-2

2020-2

Eeuwfeest

Voorlopers

Bij het eeuwfeest van ons Gerardusblad past enige bescheidenheid. Twee bodes gingen het Wittemse blad voor. De Belgische redemptoristen begonnen al in 1897 de Sint-Gerardusbode, die tot 1957 heeft bestaan. Er werd veel geschreven over binnen- en buitenlandse missies, zoals in de Antillen en Congo, waar Belgische redemptoristen actief waren. 

Die verhalen in de Gerardusbode maakte de schrijfster Lieve Joris nieuwsgierig naar het leven van haar heer­oom, een missionaris in Congo. Ze ging erheen en zo ontstond haar bekende boek ‘Terug naar Congo’.  

 

Een duidelijke voorganger van het Wittemse Sint-
Gerardusklokje was een andere Gerardusbode: in het Twentse Overdinkel uitgegeven door pastoor Gerard van Laak (1875-1930), een groot vereerder van Sint-Gerardus. Als kapelaan in het nabije Losser stimuleerde hij al de Gerardusdevotie onder de grensarbeiders en de boerenbevolking. In navolging van Barger-Oosterveld (Drenthe), waar in 1906 een nieuwe parochie was gesticht met de recent heilig verklaarde Gerardus Majella als patroon, deed hij een jaar later hetzelfde als bouwpastoor in Overdinkel. 

 

In 1916 begon pastoor van Laak met de uitgave van De Gerardusbode. Godsdienstig Tijdschrift. Het kwam twee keer per maand uit als krantje. Samen met de redemptorist pater van Asten vormde hij de redactie. Met dit blad bevorderde hij de Gerardusdevotie in heel Twente en de rest van noordelijk Nederland. 

 

In het blad werden gebedsintenties en dankbetuigingen opgenomen en ook de vele giften waarmee het bedevaartsoord verder kon worden uitgebouwd. Zo kwam er onder meer een Gerardus Majellapark, dat nog altijd keurig onderhouden wordt door een ploeg vrijwilligers en waar in oktober j.l.  voor de 107e keer de Gerardusprocessie doorheen trok.  

De mederedacteur pater Van Asten was een lijntje van Overdinkel naar de redemptoristen. Toen zij in Wittem zelf met de uitgave van het Sint-Gerardusklokje begonnen, was het verspreidingsgebied vooral Limburg en Noord-Brabant; de beide bladen waren dus geen echte concurrenten. 

In 1925 werd pastoor Gerard van Laak ziek en de redemptorist pater Lubke nam de redactie van de bode op zich, onder voorwaarde dat te zijner tijd het abonneebestand zou worden samengevoegd met het Wittemse klokje. Eind 1930 stierf pastoor van Laak en verscheen de laatste Gerardusbode. De abonnees werden opgeroepen over te stappen op het Wittemse Sint-Gerardusklokje, dat toen het bestand met 7000 zag stijgen tot meer dan 35.000 abonnees. 


met dank aan o.a. Hans Evers (‘Historisch repertorium m.b.t Wittem als bedevaartsoord’ 1986)

Henk Erinkveld CSsR