Gerardus Magazine 2020-2

2020-2

Je bent jong

Orgel spelen met het Concertgebouworkest

Sinds vorig jaar november is in Klooster Wittem tijdens de missen op zondag een jonge organist te horen: Poppeia Berden (24). Zij studeert aan het Conservatorium in Maastricht en hoopt dit jaar haar bachelor orgel af te ronden. Plannen voor daarna heeft ze al, vertelt ze in het interview dat plaatsvindt in Klooster Wittem. Voordat die plannen aan de orde komen, eerst een nadere kennismaking.

 

Hoe ben je in Klooster Wittem terecht gekomen?
Mijn docent Marcel Verheggen kreeg een mailtje van iemand van Klooster Wittem dat er een vacature was in het klooster: men was dringend op zoek naar een organist. Marcel is ook adviseur bij o.a. restauraties van kerkorgels en daarom wist hij dat het de moeite waard was. Hij heeft toen aan mij gevraagd of het niet iets voor mij was. En zo ben ik hier in Wittem terechtgekomen. 

 

Het is niet mijn eerste baan als organist in een kerk. Eerder was ik vaste organist in Cadier en Keer, maar toen daar het koor werd opgeheven, was er ook voor mijn functie geen plaats meer. Kwam wel goed uit, denk ik, want er moest bezuinigd worden. Ik speel hier gemiddeld drie keer per maand op zondagen in twee missen. Het is een echte baan, maar wel naast een andere organist. De vieringen zijn fifty-fifty onder ons tweeën verdeeld.

 

Was de liefde voor het orgel er al meteen?
Ik heb van jongs af piano gespeeld, vanaf mijn twaalfde eigenlijk en toen aan het conservatorium les gehad. Daar kwam ik erachter dat dit niet het instrument was dat bij mij paste. Ik hield zeker nog wel van muziek en ook wel van de piano, maar niet als hoofdinstrument. 

 

Marcel Verheggen is de vader van een heel goede schoolvriend. Ik kwam daar vaak thuis en hoorde hem dan orgel studeren. Dat vond ik zo machtig interessant! Ik heb hem toen gewoon, zonder na te denken, heel spontaan opgebeld met de vraag of ik les van hem kon krijgen. Dat kon en zo ben ik dus orgel gaan spelen. 

 

Ik kreeg les in de imposante basiliek in Maastricht de St. Servaas en dat was natuurlijk ontzettend motiverend voor zo’n jonge organist. Daar is wel de voorliefde voor het orgel ontwikkeld. Het onder de knie krijgen van de basis was echt heel moeilijk. Ik heb uren per dag moeten zwoegen, totdat ik die onafhankelijkheid van handen en voeten meester was. En het wordt er in de loop van de tijd ook niet gemakkelijker op.

 

Elke dag ga ik om 07.00 uur studeren op verschillende plekken in Maastricht: Onze-Lieve-Vrouwebasiliek, de St. Servaasbasiliek. Het is wel een machtig gevoel dat je als meisje van 1.69 m. zo’n gigantisch instrument met zoveel kabaal kunt bespelen en het onder controle hebt. Tenminste, dat lijkt zo. Het is wel heel lastig om zo’n instrument mooi te kunnen bespelen. Het is een uitdaging en daar houd ik wel van. Ik ga liever voor moeilijk in plaats van voor gemakkelijk. 

Als meisje van 1.69 m aan zo’n gigantisch instrument met zoveel kabaal’ Foto: John Pletzers

Wat zijn je plannen na de afronding van je bachelor? Blijf je bij het orgel?
Ik heb ook een grote passie voor zang. In 2018 deed ik samen met Eva Diederix (zang) mee aan een groot internationaal orgel-zangconcours in Neuss (D). We werden er derde. Nu heb ik les van de lerares van Eva. Maar het is niet mogelijk om zang als tweede hoofdvak te doen. Dat heeft ook te maken met financiën. Ook heb ik les in het Gregoriaans. Dat staat nu wel op een laag pitje in dit eindexamenjaar. Ik zing in een Schola voor vrouwen van de St. Servaas­basiliek. 

 

Wat misschien wel leuk is om nu te vermelden: op 26 april wordt het Requiem van de Duitse componist Diettrich Lohff ten gehore gebracht in de Bibliotheek van Klooster Witten. En wel met de Stem des Volks waar mijn vader Edward Berden dirigent van is en ik zal daarin de sopraanpartijen zingen. Ik vind het belangrijk mij zo breed mogelijk in te kunnen zetten. Dat geeft meer mogelijkheden voor de toekomst.

 

Na mijn bachelor orgel wil ik in Aken een jaar bachelor zang gaan doen als hoofdvak, als ik aangenomen word natuurlijk; en in het tweede jaar master orgel ernaast. Als alles lukt, zou ik binnen vier jaar klaar kunnen zijn. Nu staat er even niets vast. 

 

Maar je hebt wel ambities voor de toekomst? 
Ik had voor de afronding van mijn bachelor een orgelconcert willen doen. Maar dat was technisch te ingewikkeld. Er zaten te veel haken en ogen aan vast. Ik zou wel heel graag ooit een orgelconcert willen spelen. Ja, met het Concertgebouworkest zou fantastisch zijn, maar ik zou ook al heel blij zijn met de Philharmonie Zuidnederland. Ik wil me ook inzetten voor het behoud van het orgel. Waar ik van droom, is een prachtige organist worden, vooral heel mooie muziek maken en er naar streven dat ik als musicus het publiek daar van kan laten genieten.

 

Marije Bijleveld