Gerardus Magazine 2023-8

2023-8

Mijmeringen van een missionaris

De melkersbroek

Lees artikel als pdf
 

Na enkele maanden studie in Wageningen werd ik uitgenodigd voor een kamer op de zolder bij mevrouw van Gulik, waar al drie andere studenten woonden. Hoewel het onderdak zeer klein en eenvoudig was, heerste er vriendschap, die tot heden gebleven is. 

 

Friesland boven, Brabant in de goot
Mijn directe buurman werd Sjerp Sipkema, een Fries en Nederlands Hervormd. Kon het meer verschillen? Een niet op zondag voetballende protestant uit het noorden, naast een praktiserende katholiek uit het zuiden. Vaak klonk het gezegde: “Frieslân boppe, Brabant yn de groppe” (“Friesland boven, Brabant in de goot”). 
Sjerp zat ook in de propedeuse, maar was zes jaar ouder dan ik en dat kwam doordat hij een andere voorgeschiedenis had. Als zoon van een landarbeider die als kind altijd al met zijn vader in het veld zat, was hij op de lagere landbouwschool gaan studeren. Vervolgens de middelbare landbouwschool, de hogere landbouwschool en toen de landbouwhogeschool in Wageningen, waar hij zakte voor het eerste jaar. Het was voor mij een zeer indrukwekkend staaltje van doorzettingsvermogen, zeker na dat mislukte eerste jaar. 
Sjerp, een goede voetballer, kwam regelmatig met een dame aanzetten, maar dat stopte toen hij Wil leerde kennen, notabene een katholiek meisje. Ze trouwden toen hij aan zijn ingenieursopleiding begon en zij hielp de moed erin te houden door zelfs met hem akkerdistels te gaan tellen waarover hij een scriptie aan het schrijven was. Na zijn afstuderen ging hij werken bij de Landinrichtingsdienst in Drenthe. 

 

Het Workum van Sjerp
Hij was zeer nauwgezet en ze hadden een goede ingenieur aan hem die zijn vak, cultuurtechniek, steeds meer in overeenstemming probeerde te brengen met de eisen van de natuur zoals die vanuit de maatschappij naar voren kwamen. Ik was ondertussen al in Brazilië begonnen. 
Na acht jaar kwam daar een volledig onverwacht bericht aan: Sjerp is gestorven, 47 jaar oud. Tijdens het eerstvolgende verlof bezocht ik Wil. We maakten het plan om gedurende een dag de plaatsen in Friesland te bezoeken die daar voor Sjerp belangrijk waren geweest. Zo kwamen we terecht in Workum, waar hij zijn middelbare landbouwstudies had gedaan. 
En wat was mijn verbazing? Hier stond een museum van de schilder Jopie Huisman (1922-2000). Wil kende het, maar wist niet dat ik erg van zijn werk onder de indruk was. Hij was als huisschilder begonnen die in zijn vrije tijd eveneens schilderingen maakte van het Friese platteland, maar werd later voddenman en paling-
steker in Workum. 

 

Zelfportret
Net in de vijftig belandde hij mede door een scheiding in een ernstige crisis en depressie. Zijn arts raadde hem aan om zijn geest te verzetten door iets te doen waar hij veel plezier aan beleefde. Hij besloot meer te gaan schilderen en bleek dit met een fotografische precisie te kunnen. En wat waren zijn onderwerpen? De rommel die hij als voddenboer verzamelde: een weggegooide pop, oude klompen, schoenen, kledingstukken. 
Natuurlijk gingen we het museum in en daar hingen de schilderijen die ik voor een deel al kende uit boeken die over hem geschreven waren. Eén schilderij viel me op: de melkersbroek. Zijn commentaar daarbij: “In 1973 raakte ik plotseling in grote privéproblemen. Ik was helemaal op mijzelf teruggeworpen. Toen vond ik tussen de rommel die broek. Een afgetobde, tachtig keer verstelde, smerige melkersbroek. Ik zag mijzelf daarin, hij weerspiegelde de toestand van mijn ziel. Toen heb ik hem meegenomen en geschilderd. Ook omdat andere mensen zich erin herkenden, is het mijn redding geweest. Ik heb er mijn identiteit door teruggevonden. Eigenlijk een zelfportret”. 
Zo kreeg Jopie de naam: schilder van het mededogen. Het was een visie op het leven en ook een verwijzing naar de arme mensen bij wie ik hier in de Cariri werkte: iedereen wist wat melken was. Daarnaast een symbool voor het kerkelijke milieu waarin ik werkte: de bevrijdingstheologie die het denken over God deed vanuit hen die weggeworpen zijn en die daardoor fundamenteel voor de kerk zijn. 

 

Afscheidscadeau
Zou ik een reproductie van dat schilderij kunnen kopen? De curator was duidelijk: enkel ingelijst, want de schilder wilde niet dat een werk van hem zomaar op een deur geplakt zou worden. Nee, dus. Anderhalve maand later bij het afscheid van Wil op het station van Assen gaf ze me een grote rol. Daarin zat de begeerde reproductie: ze had persoonlijk aan Jopie mijn situatie uitgelegd en een speciale toestemming losgekregen. 
In Brazilië werd hij ingelijst en nu vergezelt hij me al bijna dertig jaar in de huizen waar ik woon, me herinnerend aan Sjerp, mijn Hollandse vrienden en zovele naamloze vergetenen hier in de Cariri. 

Jan Joris Rietveld