Gerardus Magazine 2020-5

2020-5

Gedicht

Ik luister

Gaand’ over het zanderig pad
tussen stammen en struikgewas
zie ik, als in een kindersprookje,
een witgeverfd huisje staan.

 

En uit dat stulpje in het bos
klinken tonen, licht en los.
Ik blijf stilstaan in verrukking:
Ben ik op een feest beland?

 

Fiedelfluiter, kom naar buiten
met je klanken, je fagot. 
Speel voor mij, voor elk schepsel 
dat jou hoort, vrijuit je lied. 

 

Betril het leven en het doodgaan; 
wees niet bang om te verluiden 
met je fluit van wie je houdt, 
zeg het met je notengoud.

 

Je fluitspel vol betovering 
zindert liefelijk langs het loof; 
je raakt mijn hart, je koost mijn oor, 
je kleurt mijn ziel pastel.

 

Muzikant, speel, laat je gaan, 
droog de tranen van Margrietje1,
fluit de rozen steeds in bloei, 
ook als ik verdwenen ben –.

 

Elk afscheid is licht sterven,
zelfs van ‘n huisje in het bos
waar de tere tonen dansen 
op leven, lief, dood en voorbij.

 

De vogels vliegen roepend op. 
De hemel steekt in paarse gloed.
De rozen zullen bloeien, ook al zie je 
mij niet meer. Houden van, doet zeer. 

 

1 Louis Neefs, Belgische zanger (1937 – 1980).
Lied: ‘Ach Margrietje – De rozen zullen bloeien’.

? Ine Verhoeven?