Gerardus Magazine 2020-5

2020-5

Clemensminiaturen

Van 2.000 naar 100.000 communies

De H. Clemens Maria Hofbauer (1751 – 1820) is redemptorist én ‘patroon van hopeloze zaken’. Dit jaar gedenken we zijn 200e sterfdag. In acht miniatuurtjes behandelen we evenzovele aspecten van zijn boeiende en inspirerende leven. Deze keer over zijn tijd in Warschau, Polen.

 

Nadat het Clemens Hofbauer duidelijk werd dat hij vanwege het politieke en religieuze klimaat in Wenen niet veel verder kwam, ging hij in 1787 naar Warschau in Polen, samen met zijn twee vrienden Thaddeus Hübl en Emmanuel Kunzmann. Ze kunnen aan het werk in de Duits Nationale St.-Bennokerk. 

 

Het begin is niet makkelijk vanwege het vijandige klimaat tegenover ‘Duitsers’. Maar Clemens laat zich niet afschrikken en begint met de renovatie van de kerk en bijbehorende bouwvallige woning. Hij richt een weeshuis op voor Poolse, Russische en Duitse kinderen die hun ouders vanwege de verschillende oorlogen verloren hadden. Zelf zegt hij daarover: “Het weeshuis is het enige instituut hier dat niet alleen wezen en arme kinderen opvangt, maar ze ook voedsel, kleding en onderwijs geeft.” Op latere leeftijd voegde hij eraan toe: “We waren arm, maar nooit zo arm dat we niet wat aan anderen konden geven.”

 

Al snel kwamen er meer Polen dan Duitsers naar St.-Benno en de kerk werd na een paar jaren een spiritueel hart van de stad. In het eerste jaar werden er zo’n 2000 communies uitgedeeld, 13 jaar later maar liefst 100.000. Clemens en zijn medebroeders toonden ‘het vrolijke gezicht van de kerk’ en dat trok mensen. 

 

Voordat ze verboden werd, was de sacramentsprocessie ongeëvenaard. De vieringen waren zeer luisterrijk: vele kaarsen, bloemen, wierook; de nationale vlag boog als groet voor het H. Sacrament.

 

De vieringen werden beroemd door de zang en in de hoogmis rond de middag speelde een groot orkest met muziek van Mozart, Beethoven en Haydn. Alles ter meerdere eer en glorie van God. Opvallend was dat er ook veel niet-katholieken kwamen. 

 

In Warschau bleek dat Clemens een zeer goed gevoel leek te hebben voor zowel de geestelijke als de lichamelijke noden van de mensen. Des te groter de ontgoocheling toen Napoleon in 1808 beval om alle kerkelijke instellingen te sluiten. Clemens ging gedesillusioneerd terug naar Wenen, waar hij een nieuw pastoraal werk op zich nam.

 

Jelle Wind