Gerardus Magazine 2020-5

2020-5

Wittem wereldwijd

'Toch blijf ik zeggen: we verliezen de hoop niet.'

De coronapandemie gaat ook aan de Filipijnen niet voorbij. Regelmatig heb ik via e-mail hierover contact met Roksan Latorre, een lekenmissionaris uit Manilla.
Zij schreef mij onlangs het volgende: Dag Marianne, er is letterlijk een grote afstand tussen Nederland en de Filipijnen (10.000 km of ca. 18 uur vliegen), maar in onze briefwisseling is die afstand veel minder. De verhalen die we over en weer schrijven, brengen ons steeds heel kort bij elkaar en dat doet goed en steunt ons.

Vrijwilligers van de redemptoristenkerk in het district Baclaran in Manilla maken eten klaar om uit te delen aan personeel in nabijgelegen ziekenhuizen.Hier in de Filippijnen worden we ook hard getroffen door het coronavirus. De regering heeft voor de grote steden zoals Manilla, Lipa en de regio’s in de buurt een gedeeltelijke lockdown afgekondigd. Aanvankelijk gold het voor een maand, maar nu is het weer voor geruime tijd verlengd. Men is erg bang dat door een versoepeling het aantal infecties weer snel zal oplopen. Een volledige lockdown is hier onmogelijk omdat veel mensen op straat wat geld proberen te verdienen om van dag tot dag te kunnen overleven. 
Ik merk wel dat mensen fysieke afstand proberen te houden en buitenshuis een masker dragen. Hygiënische maatregelen, zoals regelmatig handen wassen, worden zo goed als mogelijk nageleefd. Zoals overal ter wereld worden ook bij ons de armstenvan de armen het ergst getroffen. Zij voelen het hardst de militaristische benadering van onze regering om het quarantainebeleid te volgen. Dit betekent dat maatregelen dwingend worden opgelegd, want met menselijke waardigheid en compassie heeft onze regering van president Duterte niet veel op. 

Ook bij ons zijn de kerken gesloten voor vieringen, maar ze staan niet aan de zijlijn. Vooral nu zien zij het als hun belangrijkste taak om mensen te voorzien in hun eerste levensbehoeftes, zoals eten en drinken en delen zij beschermende kleding uit aan de medewerkers van de ziekenhuizen. Om verschillende redenen kunnen artsen en verpleegkundigen niet echt rekenen op de steun van de regering. Ik heb ook het idee dat veel lokale ambtenaren niet weten hoe ze een en ander moeten aanpakken.

Een medewerker van de redemptoristenkerk in het district Baclaran in Manilla deelt hulpgoederen uit.In tegenstelling tot de overheid hebben de redemptoristen veel ervaring en kennis in het opzetten van sociale projecten. In de steden Manilla, Lipa, Legaspi en Laoag heeft men verschillende initiatieven opgepakt. Zo wordt er door vrijwilligers in grote gemeenschappelijke keukens gekookt en maaltijden worden vervolgens bezorgd bij het medisch personeel van de ziekenhuizen. In de stad Lipa en het stadsdeel Baclaran in Manilla is een hulpprogramma opgezet waarbij enigszins welgestelde mensen arme gezinnen kunnen ‘adopteren’, zodat zij regelmatig een voedselpakket kunnen krijgen. Er is ook een distributiesysteem opgezet waarbij personeel in de noodlijdende ziekenhuizen beschermingsmiddelen ontvangen. Het is schrijnend dat er maar weinig ziekenhuizen coronapatiënten echt goed kunnen behandelen. Ik heb zelfs gehoord dat patiënten die zich hadden gemeld bij een ziekenhuis, werden weggestuurd omdat er geen plaats meer was. Een van onze grote zorgen is ook dat er nog veel te weinig mogelijkheden zijn dat mensen zich kunnen laten testen op het virus. Daardoor krijgen we geen inzicht in de verspreiding van deze pandemie.
Tot slot is er een project opgezet voor pasgeboren baby’s en kleine kinderen: zij krijgen voornamelijk melkproducten en luiers omdat hieraan een schrijnend tekort is. Dit is mogelijk dankzij de financiële steun van lekenmissionarissen en familieleden van redemptoristen. 
Ofschoon er in sommige gebieden een strenge lockdown is, houden we op creatieve wijze alles zo goed mogelijk draaiende en werken veel vrijwilligers van thuis uit.

Zoals ook bij jullie in de kerk in Wittem kunnen gelovigen niet naar de vieringen komen. Wel wordt de Novena van woensdag (viering van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand) en de overige eucharistievieringen via livestream uitgezonden. Op deze manier blijven we in contact met de kerkgangers. In die zin zijn de sociale media op dit moment een zegen voor ons.  

Deze situatie is heel bitter en doet pijn en toch blijf ik zeggen: we verliezen de hoop niet. Ik hoop dat regeringsambtenaren inzien dat ze solidair moeten zijn met de mensen, dat ze zien dat religieuze organisaties effectief werken en dat zij ervan kunnen leren. Dus we gaan gewoon door om mensen die het meest kwetsbaar zijn, te helpen. Want eerlijk gezegd: door deze pandemie zijn de kwetsbaren nog kwetsbaarder geworden.

 

Marianne Debets