Gerardus Magazine 2020-8

2020-8

Mensen met een passie

De man die al het kreupele omtovert

Wim van Oppen (links) tijdens het uitruimen van de timmerwerkplaats van Klooster Wittem.Klooster Wittem is verkocht, maar de communiteit blijft er wonen. De verkoop van het gebouw betekent dat het deels ‘leeg’ opgeleverd moet worden. Wim van Oppen, bedrijfsleider van de Stichting Kringloop Centrale Parkstad (SKCP), voert dit met zijn jongens uit en leidt alles in goede banen. Ik spreek met hem op de ochtend dat de oude timmerwerkplaats annex brouwerij achter het klooster wordt leeg gehaald.

 

Wim, kom jij uit deze streek?
Ik ben geboren in Brunssum op de dag dat John F. Kennedy werd vermoord, 22-11-1963, een gedenkwaardige dag. Nu woon ik nog in Brunssum en heb zelf 17 jaar geleden de SKCP opgericht. Ik kom uit de Praxiswereld als bedrijfsleider, maar dat werd een te eentonig werk voor mij. Van kinds af aan ben ik een verzamelaar. Als ik uit school kwam, nam ik altijd iets mee dat naast de vuilnis stond. Zo had ik op een dag 900 oude houten radio’s. Toen kwam er bij Bis Bis (Kringloop Sittard) een vacature voor een bedrijfsleider. Zo ben ik in deze wereld terecht gekomen. Ik heb nog in een van hun filialen in Roermond gewerkt en toen dacht ik: ‘Ik begin zelf een zaak, want in Brunssum is er geen’. Het is een Stichting, want dan kun je stagiaires uit het praktijkonderwijs, mensen uit de reclassering en uit de psychiatrie laten werken. Het is allemaal goed geregeld, met op de achtergrond ons SKCP-bestuur. 

 

Hoe zit jouw bedrijf in elkaar?
We hebben een binnendienst en een buitendienst: een winkel in Treebeek en Brunssum en diverse werkplaatsen. De buitendienst gaat over het leegruimen van panden zoals hier in Wittem. We werken van Groningen tot Brussel. Begin november starten we zelfs met een webwinkel: UsedOnline.nl. Hier staan veel spullen uit Klooster Wittem te koop. 

 

Wim van Oppen met zijn zus Marie-José Vis in zijn winkel. Op de  zolder van Klooster Wittem werd ook ‘de annunciatie’ gevonden. De beeldengroep van pater Mathot vraagt om een flinke restauratie.

 

Ik heb zes betaalde krachten in dienst. Daarnaast zijn er per jaar 350 mensen aan het werk: deels stagiaires, mensen uit de reclassering, de verslavingszorg en als een dagbesteding voor mensen uit de psychiatrie en gehandicaptenzorg. Daarnaast zijn er gepensioneerden die sociale contacten willen houden. 
Stagiaires en mensen uit de reclassering beginnen bij mij in de binnendienst, in een winkel of werkplaats, waar ze leren omgaan met leiding en leren te werken in een dagstructuur. Ze beginnen met 16 uur en later werken ze 32 uur. Als dit goed verloopt, dan gaan ze met mij mee naar de buitendienst zoals hier in Klooster Wittem. Na afloop krijgen ze een certificaat waarop precies staat wat ze gedaan hebben en dan ga ik met hen naar het uitzendbureau om te solliciteren. 
Ik heb per dag gemiddeld 50-55 man aan het werk, die worden begeleid door de zes betaalde krachten. Mensen uit de psychiatrie en gehandicaptenzorg hebben hun eigen begeleiders bij zich. Via een groepsapp regelen we heel veel, bijvoorbeeld ziekmeldingen en als iemand een probleem wil bespreken. 

 

Wanneer zijn jullie hier in Wittem begonnen?
Dat is al meer dan een jaar geleden. Toen ik hier kwam, hebben ze mij eerst van alles laten zien. Ik zag zoveel interessante spullen, dat ik er die nacht niet van geslapen heb; ik was gewoon van de kaart. Alle creativiteit kwam in mijn hoofd naar boven. Ik denk dat ik nu wel ongeveer alle ruimtes ken in het klooster. Door de corona ben ik een tijd maar met twee mensen kunnen komen, want mensen van de reclassering en de stagiaires mochten niet komen. Begin november zouden we klaar moeten zijn, maar dat halen we niet want we moeten nog een deel van de timmerwerkplaats en een paar zolders doen, waar nog heel veel spullen liggen.

 

Jij moet wel een gepassioneerd manager zijn?
Ik heb wel duizend dingen in mijn hoofd en zou zo 12 A-viertjes vol kunnen schrijven met zaken die ik kan bedenken. Iemand heeft me nu wel geleerd om daarvan een top-tien te maken en toch mijn passie op mijn mensen over te brengen. Zij doen hun werk allemaal op een eigen wijze, maar dragen wel hún verantwoording en dat is belangrijk voor mij. Twee van de zes betaalde krachten zijn vandaag ook hier: Ferry de vaste chauffeur op de grote vrachtwagen en Henk, eigenlijk de voorman van de binnendienst. Mijn zus werkt op kantoor, zij doet de hele financiële administratie en de intake van de mensen. Een pittige baan.
Een andere passie is van oude dingen iets nieuws maken. In een van de kelders van Wittem heb ik grote speakers gevonden, daar ga ik nu ‘mooie lampen’ van maken. Ik verzin ze en teken het uit en vraag dan aan iemand anders om ze te maken. Bij mij werkt een man die alles wat ik hem vraag kan maken … SUPER!
Mensen leren mij ook veel. Zo is er iemand vanuit de reclassering en ik ontdekte dat hij geweldig een website kon bouwen. Ik zei direct tegen hem: “Stop met dat sjouwen en help mij met de website”. Die jongen is nu in de zevende hemel, want hij mag doen waar hij goed in is. En zo heb ik schilders, elektriciens en klokkenmakers. Ik heb laatst een werkplaats van een klokkengilde opgekocht en ontmanteld.
    
Heb je dit talent van huis uit meegekregen?
Spullen van het klooster gaan de vrachtauto in.Mijn zaak zou voor mijn vader een paradijsje zijn geweest. Hij was beslist de beste werkman geweest. Op 59-jarige leeftijd stierf hij, ik was toen 29 jaar. Hij was bankwerker van zijn vak, hij zou hier nog meer uren aan het werk zijn dan ik. 
Waar het voor mij op aankomt, is dat ik het positieve uit mensen probeer te halen. In die zin werf ik ook mijn vrijwilligers, die vervolgens een super dagbesteding bij mij hebben. Bij mij hoef je niets te doen wat je niet leuk vindt. Belangrijk is wel dat je minimaal drie halve dagen werkt, anders krijg jij geen band met ons en wij niet met jou.

 

Wat is moeilijk in jouw werk?
Nu ik ouder word, vind ik het moeilijker om jonge jongens te motiveren. Ik zeg vaak: “We moeten er samen wat van maken en probeer je daar een beetje voor in te zetten”. Jammer genoeg lukt het niet altijd. Maar ik word ook door mensen uit de gehandicaptenzorg of de psychiatrie gebeld dat ze niet kunnen komen, omdat hun begeleider afwezig is. Dat vinden ze dan verschrikkelijk. 
Moeilijk is ook als we na de dood van iemand een huis moeten leeghalen. Je ‘wist dan als het ware een levensgeschiedenis uit’. Dat geldt op een bepaalde wijze ook voor Klooster Wittem. Een tijdperk van ruim 180 jaar is voorbij … Maar ik ben er zeker van dat Klooster Wittem op een andere manier zal herrijzen! 

Marianne Debets