Gerardus Magazine 2021-1

2021-1

Je komt als geroepen

Spreek, uw dienaar luistert

Toni Zenz ‘De luisteraar’Een priesterwijding of een intrede in het klooster is een zeldzaamheid geworden. Je ziet soms in een krant of tijdschrift een interview met iemand die nog zo’n bijzondere keuze maakt. Hij of zij vertelt dan over zijn of haar ‘roeping’, zoals dat heet. Het valt me op dat jonge priesters en religieuzen vaak vertellen over een bijzonder moment waarop hij of zij ‘door God werd gegrepen’ en ‘roeping’ voelde. Als ik aan mijn eigen ‘roeping’ terugdenk, nu alweer bijna vijftig jaar geleden, kan ik zo’n verhaal niet vertellen. Wat is ‘roeping’ eigenlijk?
Daar willen we in deze jaargang bij stilstaan in het eerste artikel, dat steeds uitgaat van een bijbels verhaal. Roepingsverhalen van grote mannen en vrouwen in de bijbel variëren sterk. Van de een wordt gezegd dat hij of zij ‘van kindsbeen door God geroepen werd’ en een ander maakt pas later een ommekeer in het leven mee. 

 

Van God afgesmeekt
We openen de serie met Samuël. Het roepingsverhaal van deze boeiende profeet, dat dit jaar in veel kerken in het weekend van 16 en 17 januari wordt voorgelezen (*), begint al met zijn bijzondere geboorte. Dat zie je wel vaker in de bijbel: van bijzondere, door God uitverkoren mensen wordt verteld hoe hun geboorte zelf al een bijzondere uitverkiezing was. Zo ook dat van Samuël. 
Zijn moeder, Hanna, en haar man Elkana, konden geen kinderen krijgen. Zij ging naar de tempel om daar te bidden dat ze moeder mocht worden. Ze prevelde zo heftig dat de priester van dienst, de oude profeet Eli, dacht dat ze dronken was. Hij was van plan om haar weg te sturen, maar toen hij haar over haar verdriet hoorde vertellen, wenste hij haar toe dat God haar zou verhoren. En inderdaad: een jaar later kreeg ze een kindje en noemde hem Samuël, ‘want’ – zei ze- ‘ik heb hem van de Heer afgesmeekt.’
Dat doet me terugdenken aan een bijzondere doop, een paar jaar geleden. De ouders hadden lang om een kindje gebeden. De vader vertelde over een lange voettocht naar Wittem, naar Sint-Gerardus, om zijn voorspraak in te roepen. Ze kregen een kind en noemden het ‘Sam’, met als doopnaam Samuël, ‘want’ – zo zeiden ook zij – ‘wij hebben ons kindje van God afgesmeekt’.

 

Met de paplepel
Terug naar de Samuël van de bijbel. Moeder Hanna beloofde dat het kindje dicht bij God, in de tempel, zou opgroeien. Zo werd hij leerling van die profeet Eli. En dan volgt dit mooie verhaal. 

 

De jonge Samuël deed dienst in het heiligdom van de Heer onder het toeziend oog van Eli. In die dagen was een woord van de Heer een zeldzaamheid en een visioen kwam niet vaak voor. Op zekere dag had Eli zich te slapen gelegd op zijn gewone plaats; zijn ogen begonnen zwak te worden en hij kon niet meer zien. De lamp van God was nog niet gedoofd en Samuël lag te slapen in het heiligdom van de Heer, waar de ark van God stond. Toen riep de Heer: “Samuël!” Samuël antwoordde: “Hier ben ik.” Hij liep haastig naar Eli en zei: “Hier ben ik. U hebt mij immers geroepen?” Eli antwoordde: “Ik heb niet geroepen; ga maar weer slapen. “En hij ging weer terug en legde zich te slapen. Toen riep de Heer opnieuw: “Samuël!” Samuël stond op, ging naar Eli en zei: “Hier ben ik. U hebt mij immers geroepen?” Eli antwoordde: “Ik heb niet geroepen, mijn jongen; ga maar weer slapen.”
Samuël kende de Heer nog niet; een woord van de Heer was hem nog nooit geopenbaard. En voor de derde keer riep de Heer Samuël. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: “Hier ben ik. U hebt mij immers geroepen?” Toen besefte Eli dat het de Heer was die de jongen riep. En hij zei tegen Samuël: “Ga maar weer slapen. En mocht Hij je roepen, dan moet je zeggen: ‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert’.”
Samuël ging dus weer op zijn gewone plaats slapen. Toen kwam de Heer bij hem staan en riep evenals de vorige keren: “Samuël! Samuël!” En Samuël antwoordde: “Spreek, uw dienaar luistert.”
(1 Samuël 3, 1-10)


Samuël groeide op in ‘het huis van de Heer’. Hij had het geloof van huis uit meegekregen; daar werd de basis gelegd van zijn roeping.  Zoals trouwens van zoveel priesters en religieuzen van mijn generatie. Ze vertellen dan hoe ze het geloof ‘met de paplepel hebben meegekregen’, of dat een aardige kapelaan, heeroom of tante-zuster veel aan huis kwam en ‘je het seminarie in praatte’.  
Ik zelf ben weliswaar als kind niet in een tempel opgegroeid, maar dat scheelde niet veel qua afstand. Tweehonderd meter rechts van ons huis was het Bijbels Openluchtmuseum, de Heilig Landstichting, met inderdaad een stukje nagebouwde tempel waar we als kind in speelden. Achter ons lag een zusterklooster waar mijn vader werkman was. Links van ons huis was het kleinseminarie ‘Nebo’ van de redemptoristen. ‘En zo is het gekomen’ zegt ik dan als mensen me vragen hoe ik ‘roeping’ kreeg. We begonnen met 48 twaalf­jarigen die allemaal pater wilde worden; uiteindelijk ben ik de enige die dat ook werd! 
Net als Samuël groeide ik dus op in een zeer kerkelijke omgeving, waarin ‘roeping’ min of meer ‘gewoon’ was. In deze serie zullen we ook tegenovergestelde roepingsverhalen horen: dat een ‘roeping’ een radicale breuk betekende met de familie of met het beroep dat iemand tot dan toe uitoefende.


Peerke luistert
In het roepingsverhaal van Samuël treft mij vooral twee zinnen. De jongen wordt wakker van een stem, denkt dat het zijn meester Eli is en vraagt: ‘U hebt me toch geroepen?’ Pas later blijkt dat het de Heer zelf is, die roept. Maar is dat wat God van je wil vaak toch niet op de eerste plaats te horen in wat ménsen je vragen? Artsen, verpleegkundigen, ontwikkelingswerkers in de zuidelijke wereld, maar ook mensen in onderwijs en dienstverlening en in vele ‘normale’ beroepen doen hun werk omdat zij zich daartoe geroepen voelen door het appèl dat van mensen uitgaat. 
Een andere zin die in dit verhaal eruit springt, is het antwoord van de jonge Samuël: ‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert’. Roeping begint met luisteren, open staan, een houding van beschikbaar zijn. Dat kenmerkt het leven van heiligen van naam, maar ook van vele mannen en vrouwen die in de schaduw zijn gebleven: de onbaatzuchtigheid waarmee ze openstaan voor de vragen en noden van anderen. 
Zo’n man was de zalige Peerke Donders uit Tilburg, die volledig beschikbaar was voor de verstoten melaatsen in het afgelegen kamp Batavia in Suriname. Over hem vertellen we meer verderop in deze Gerardus. In het weekend na zijn jaarfeest (14 januari) wordt met name in Brabant ‘Peerkezondag’ gevierd. Zoals gezegd zal dan ook het verhaal van de roeping van Samuël te horen zijn. Ongetwijfeld zal menig predikant een verband leggen met de roeping en beschikbaarheid van ‘Peerke’. 


(*) Houd corona u tegen om in het weekend van 16 en 17 januari naar een viering te gaan, stem dan af op de digitale viering van bijvoorbeeld Wittem, om 11.00 uur: www.klooster­wittem.nl/live.

 

Tweede klas op het kleinseminarie Nebo (1967). Toen waren er nog 39 van de 48 jongens die in ons schoollied zongen: ‘Zie ons ideaal: redemptorist, dat is het doel van allemaal!’. Zoekplaatje: waar sta ik?

Henk Erinkveld CSsR