Gerardus Magazine 2021-3

2021-3

Koken in het klooster

De smaak van fijne herinneringen

Tussen de Nederlandse en Zwitserse redemptoristen bestaan er jarenlange hechte vriendschappen. Vanwege ieders hoge leeftijd zijn de bezoeken over en weer schaarser geworden. Maar vanuit die onderlinge band heb ik vaker van de kookkunst van broeder Karl Elsasser mogen genieten. Ik vroeg hem hier iets over te vertellen.

 

Het begon zo: Als een van mijn oudere zussen thuis op een oude houtkachel het eten kookte, was ik als klein kind ook vaak te vinden in onze kleine keuken. Op het al even oude keukenbuffet stond een klein gasfornuis met een pannetje. In dit pannetje wilde ik dolgraag voor mijzelf een lekkere zoete pap koken. In Zwitsers dialect ‘Bappe’: een eenvoudige en heerlijke lekkernij, gemaakt van melk met bloem en suiker. 

 

In maart 1956 – na een jaar noviciaat – heb ik mijn gelofte als broeder bij de redemptoristen afgelegd. Daarna werd ik in het pas geopende kleinseminarie het Collège St. Joseph in Matran (bij Fribourg) geplaatst op de afdeling verzendwerk van onze Duitse en Franse tijdschriften. Maar tijdens grote feesten, zoals op 19 maart (St. Josef) en wanneer onze ouders op bezoek kwamen, hielp ik met enkele studenten bij het uitserveren van de maaltijd en bij de afwas. Hoewel het niet ons dagelijks werk was, ging het als vanzelf. De fijne en ontspannen sfeer onder ons werd opgemerkt door pater overste. Om deze sfeer vast te houden, mochten we na afloop nog even onder elkaar blijven in de eetzaal van de studenten of in de collegekeuken en soms in het ‘Schloß’, een villa naast het Collège waar de docenten destijds woonden. We bakten dan voor onszelf heerlijke karbonades en worstjes.
In de jaren tachtig had ik naast mijn werkruimte in het Collège een soort woonkeuken, het ‘Stübli’ genaamd. Toen ik in 1997, op mijn zestigste verjaardag, een combi-magnetron kreeg van mijn broers en zussen, kon ik hiermee eenvoudige maaltijden en heerlijke vleesgerechten bereiden. Ik denk dan vooral aan de ‘Schweinehalsbraten’, maar ik herinner me ook de ‘Eintopf-Brotsuppen’, als soep vooraf of als hoofdmaaltijd, afhankelijk van de bereidingswijze. 

 

Bijna 30 jaar lang, tot de verkoop van het Collège, zijn er heel wat gezellige bijeenkomsten met medebroeders en gasten in het Stübli geweest. Ik woon op dit moment in het Schloß met een kleine communiteit, bewaar de kostbare herinneringen aan destijds en maak voor onze gasten nog graag iets lekkers klaar.

 

Broodsoep à la Karl, hoofdgerecht voor vier personen

6-7 sneeën volkoren of zwart oud brood, dik gesneden • roomboter of sesamolie • 4 ltr water • 8 bouillonblokjes (kip, rund, groenten of kruiden) • 150 - 200 g vermicelli of fijne pasta van tarwemeel • 8 worstjes van varkensvlees of ‘Weense’ worstjes

De sneeën brood in boter of olie aan beide kanten bruin bakken. Het water in een voldoende grote pan doen en daar de in stukjes gesneden worst doen. De bouillonblokjes toevoegen en alles aan de kook brengen. Dan de sneeën brood en vervolgens de vermicelli of fijne pasta erbij doen. Alles goed doorroeren en 5-10 minuten zachtjes laten koken.
U kunt aan tafel!

Marianne Debets