Gerardus Magazine 2021-7

2021-7

Mijmeringen van een missionaris

De koeienhoeders horen er bij

Ik was naar Brazilië gegaan om met kleine landloze boeren te werken. Dat deed ik een kleine vijftien jaar. Heerlijk, want landbouw is mijn ding.   Maar langzamerhand kwam ik er achter dat dit gebied eigenlijk meer geschikt was voor extensieve veeteelt. 
De Portugezen waren daar eeuwen geleden al mee begonnen toen ze het binnenland introkken. Daarvoor importeerden ze runderen, paarden, schapen, geiten en andere dieren die hier onbekend waren. Er verschenen grote veebedrijven van minimaal elfhonderd hectare, de kiem van het grootgrondbezit. 

 

Duizendpoten
De eigenaars wonen nu doorgaans ver weg in de stad en hebben daar een beroep zoals arts of advocaat. Zij vormen de bovenlaag van de samenleving. Het dagelijkse werk werd en wordt gedaan door vaqueiros, letterlijk: koeienhoeders. 
Deze vaqueiros vormen een beroepsgroep met een eigen cultuur, waarop ze erg trots zijn. Ze rijden altijd te paard en werken in de gesloten struikachtige en doornige vegetatie van deze droge streek, ‘caatinga’ genoemd. 
Het vee loopt los rond en om je daarin op je paard te begeven, moet je goed beschermd zijn. Daarvoor gebruiken ze leren kleding, gemaakt van de huiden van hun koeien en geiten. Men spreekt van de cultuur van het leer. Zelfs deuren en bedden en allerlei gebruiksvoorwerpen werden er vroeger van gemaakt. 
De vaqueiros hebben grote kennis van planten en van de gevaren zoals slangen, insecten, jaguars en veedieven. Bovendien zijn ze bedreven in veeartsenijkunde, brandmerken, waterplaatsen open leggen, hekken maken en runderen vangen. Zelfs ontstond er een bepaalde wijze van zingen, afgestemd op het vee waarmee het gerustgesteld wordt. Dit beroep met een traditie van driehonderdvijftig jaar is helemaal verweven met de samenleving. 

 

Goddelijke gerechtigheid
Toen ik in mijn begintijd met geelzucht bij pater Ko Kuipers lag te herstellen, vertelde hij over de vaqueiro-mis die in de staat Pernambuco jaarlijks gelezen wordt. Daar was in de jaren vijftig een vaqueiro vermoord, een neef van Luis Gonzaga, de grote volkszanger. 
Justitie loste de zaak niet op. Daarom vroeg Luis aan de pastoor van de parochie op de plaats van de moord een mis te lezen opdat er tenminste goddelijke gerechtigheid gedaan zou worden. Op de afgesproken dag bleek zich daar spontaan een grote groep vaqueiros te paard en in het leer verzameld te hebben. Zo ontstond jaarlijks de mis van de vaqueiro. 
Ik vond het een prachtige manier om mensen bij de kerk te betrekken en begon er mee in mijn parochie. De eerste mis organiseerde ik met een onderwijzer, die wel goede wil had maar niets van vaqueiros wist. Het werd een fiasco: vijf paarden en een ezel bij een schoolgebouwtje buiten het dorp. 


Mestgeur
De leidsels en de koebelBij de tweede, in een ander dorp, liet ik het aan de vaqueiros zelf over om tijdens het feest van de heilige Sebastiaan ‘hun’ mis te organiseren en wel op het plein vóór de kerk. Het was een groot succes. Een oude vaqueiro kwam met tranen in de ogen naar mij toe. Dat hij dit nog had mogen meemaken. In de meer dan honderd jaar dat het feest bestond was er nooit aandacht aan hen gegeven. 
De mis verspreidde zich als een lopend vuurtje over de hele Cariristreek. Mijn collega’s zagen die echter niet zo zitten, maar durfden toch niet tegen de wensen van hun parochianen in te gaan. Zo word ik al bijna dertig jaar overal in parochies uitgenodigd om die mis te lezen. Ongelukkigerwijze mocht ik daar nooit de mis vóór de kerk lezen, omdat de paarden nogal wat laten vallen en er een mestgeur blijft hangen. 
Schenking op het sterfbed 
Het hielp niet dat ik eraan herinnerde dat Abraham en zijn familie al veehoeders waren evenals David en Amos en dat ook Jezus in een veekraal geboren was waar hij bezocht werd door schaapherders. Er ontstond de traditie om voor het begin van de mis een processie met de paarden te houden. Toen moest ikzelf ook op het paard.
Overal trok en trekt de mis grote menigten en heb ik een kans om mensen bij het kerkgebeuren te betrekken. Hoe het aanslaat, merkte ik vorige week weer bij de mis van de vaqueiro Joia, die dertig dagen eerder gestorven was. In het dankwoord vertelde zijn zoon dat zijn vader op zijn sterfbed had gevraagd om de leidsels en een koebel, die hij altijd bewaard had, aan mij te geven. Ik heb ze bij de voordeur opgehangen: ook de vaqueiros horen erbij.

Jan Joris Rietveld