Gerardus Magazine 2022-5

2022-5

Mijmeringen van een missionaris

De beeldsnijder

Op mijn studeertafel staat een houten kruisbeeld; bijna veertig centimeter hoog. Het is ontroerende naïeve kunst. Jezus hangt aan het kruis, de vingers gekromd om spijkers met een vierkante kop, de ribben kun je tellen, een lendendoek mooi gedrapeerd. 
Het kruis, waarachter twaalf stralen uitwaaieren, is geplant op een versierd voetstuk, kenmerkend voor de kunstenaar die het maakte. Wat het meest opvalt, zijn de trillend geschreven letters boven Jezus’ hoofd, INRI, geschilderd door iemand die analfabeet was. 
Dit kruisbeeld komt uit het dorp Tenorio, waar ik jaren pastoor was. Op zekere dag zag ik daar kinderen in het zand spelen met gekleurde stukjes hout. Het waren kleine beeldjes. Er waren stukken afgebroken, maar ze stelden ontegenzeggelijk heiligen voor. 

 

Ruilhandel
Bij navraag vertelde men mij dat er in het dorp een man geleefd had die deze beeldjes maakte en dat je ze door de hele streek kon terugvinden. Het bleek om Salomão de Fontes Rangel te gaan. Als kind had hij een zwakke gezondheid en kon het zware veldwerk niet aan. De familie was doodarm en wist niet wat ze met dit jongetje aan moest. 
Wat hij wel kon was schapen en geiten hoeden en zo bracht hij veel tijd in de natuur door. Daar ontdekte hij dat je het zachte umburana-hout goed met een mesje kunt bewerken en zo kwam hij ertoe heiligenbeeldjes te maken. Het werd zijn beroep, ‘santeiro’, man die houten heiligenbeelden sneed. 
Salomão begon opdrachten te krijgen, maar weigerde zijn werk te verkopen: in religieuze zaken mocht je volgens hem niet handelen. Hij ruilde zijn beelden voor voedsel. Zijn broer hielp hem met het schilderen en trok in de wijde omtrek rond met een muilezel om ze naar klanten te brengen. Salomão maakte ook ex-votos en kruisen voor op de graven, versierd met elementen uit het passieverhaal: een ladder, een haan, een hamer, een nijptang, de doornenkroon, de speer en de spons, de nagelen. 
Toen zijn ogen hem in de steek begonnen te laten, hij moet een jaar of vijftig zijn geweest, eindigde zijn werk. Uiteindelijk werd hij 83 jaar oud en stierf in 1975 in volledige armoede. Op zijn document stond geschreven dat hij landbouwer was geweest… 

 

Leven met de heiligen
Het katholicisme in deze streken wordt door wetenschappers ‘bruin christendom’ genoemd, omdat deze Indiaans-Afrikaans-Portugese samenleving een heel eigen vorm van katholicisme ontwikkelde. Heiligen, hun feestdagen en novenen hebben voor katholieken nog steeds een centrale plaats in de geloofsbeleving. 
Het is nog niet zo lang geleden dat elk gezin een ‘oratorium’ bezat, een klein kastje met twee openslaande deurtjes waarin men de beeldjes bewaarde van de heiligen die voor die familie belangrijk waren, gegroepeerd om een kruisbeeld. Met de komst van de evangelische kerken en hun kritiek op de beeldenverering, gooiden de bekeerlingen hun beelden weg en dat was de reden dat kinderen ermee aan het spelen waren.

 

Salomão leeft voort
Salomão was voor mij weer een voorbeeld van zo’n bijna anonieme katholiek die het evangelie ten voeten uit had geleefd en vergeten was. Hij behoort tot de schare die de kerk werkelijk dragen door alle stormen der eeuwen heen. 
Ik vroeg daarom de jongeren uit Tenorio om uit te zoeken waar er nog van deze beeldjes bestonden. Ze ontdekten er een tweehonderddertig. Het idee werd geboren om ze te lenen voor een tentoonstelling. De gemeenteraad bood voor drie weken de raadzaal aan. Daar werden glazen schappen aangebracht om de beeldjes te plaatsen, de bisschop kwam de opening doen, alles werd gefotografeerd en we brachten een boekje uit. 
Het einde van dit verhaal was dat we de plek vonden waar Salomão begraven was. We hebben hem opgegraven en zijn overblijfselen in een lemen urn gedaan, die werd ingemetseld op het altaar van de kerk met een mooie verklarende plaquette. 
Ik dacht dat met Salomão het beroep van beeldsnijder helemaal uitgestorven was. Katholieken kopen tegenwoordig overal fabrieksmatig gemaakte beelden voor een spotprijs en meestal oerlelijk. 
Groot was mijn verbazing toen ik hier in Cabaceiras een jonge man ontdekte die eveneens beelden sneed, Eduardo Cavalcante. Hij maakt prachtige dingen en zegt steeds weer: elk beeld van mij is uniek, geen enkel beeld is gelijk aan een ander. 
Ook hij is arm, niet kerkelijk, maar zijn kunst toont een weg naar God en zal dat nog lang na zijn overlijden blijven doen. 

Jan Joris Rietveld