Gerardus Magazine 2023-2

2023-2

Nieuwe Nederlanders

De wortels in Armeniƫ, het hart in Appingedam

Lees artikel als pdf
 

Svetlana Tsjatian (wil absoluut niet gefotografeerd worden) vluchtte in 1998 met haar zoon uit het door oorlogsgeweld geteisterde Armenië. Haar man was in de oorlog omgekomen. Ze was als taaldocente werkzaam in het onderwijs, maar het salaris bleef uit. Ze had letterlijk niets meer en besloot, ook omwille van haar zoon, weg te gaan.  

 

Bizarre reis 
“We hadden gehoord: ‘Ga naar het buitenland’. Maar hoe doe ik dat? Toen heb ik acht mensen gevonden om samen weg te gaan. Naar Nederland, want ‘daar is het goed voor ouderen en jonge kinderen’. 
We kwamen aan in Rijsbergen (bij Breda) waar we ons moesten inschrijven en alles wat daarbij hoort. Wat nu in Ter Apel plaatsvindt. Na een tijdje kreeg ik te horen dat ik naar een opvang in Appingedam moest gaan. Ik kreeg een strippenkaart en moest het verder alleen uitzoeken. Daar stonden mijn zoon en ik op het station. Ik sprak de taal niet, verstond niets en had geen idee hoe in Appingedam te komen. Af en toe stond ik te huilen, omdat ik niet wist hoe nu verder. 
Na een bizarre reis waar ik gelukkig geholpen werd door heel vriendelijke mensen, stonden we dan om 23.00 uur ’s avonds op het station in Appingedam. En nu? Het was donker, het was koud, het sneeuwde een beetje en we hadden geen dikke jassen. Niemand om iets aan te vragen. We gingen lopen en eindelijk zagen we een groot gebouw. Ik belde aan en… God zij geloofd: dat was het opvangcentrum.”
Svetlana beschrijft uitgebreid hoe de opvang eruitzag, hoe ze daar leefden, wat mocht en niet mocht, vooral niet koken op de kamer! “Mijn zoon en ik hadden een klein kamertje met recht tegenover onze deur de W.C. waar iedereen gebruik van moest maken. Je begrijpt dat dat ontzettend onrustig was. Ook daardoor sliep ik niet goed. Ik was helemaal kapot van alles en dat had een weerslag op mijn lichaam. Ik had veel last van hyperventilatie.” 

De St. Nicolaïkerk in Appingedam waar Svetlana opgevangen werd en veel vrijwilligerswerk deed.

 

Eerste kerkbezoek
Op een gegeven moment was ze zich ervan bewust dat ze kerkklokken hoorde. Toen zij nog In Armenië woonde, tijdens het communistische bewind, waren de kerken of verwoest of in gebruik voor iets anders dan vieringen. Kerkklokken hoorde je daar niet. Ze besloot op zoek te gaan naar een kerk. 
Toen ze er een gevonden had, bleek die niet open te zijn. Dat vond ze heel vreemd: een kerk waar je niet naar binnen kunt. Op een andere dag nog eens ernaar toe: weer dicht. Totdat ze op een zondag weer een poging waagde. Ze hoorde zingen en dus moesten er mensen in de kerk zijn. 
“Ik durfde eigenlijk niet naar binnen, want dan zou iedereen naar mij kijken. Toch deed ik het. De kerk zat helemaal vol met mensen. En zingen! Uit volle borst! En ja, iedereen keek dus naar mij. Later begreep ik dat als de dienst begint, alle deuren op slot gaan op één na aan de achterkant. En dat de kerk alleen op zondag open is. 
Ik verstond helemaal niets, maar ik kon wel ‘verstaan’: ‘God is groot, God zij geprezen, genadige God’, want dat G, G, G moest wel op God slaan… En ‘Jezus Christus’ en ’amen’ verstond ik ook. Na afloop kwam er een mevrouw naar me toe en nodigde mij uit bij haar thuis koffie te komen drinken, maar ik durfde niet. 

 

Nog een zenuwslopend traject
In het opvangcentrum had ik mensen leren kennen, buitenlanders, maar ook de Nederlandse Henk en zijn vrouw. Zulke lieve mensen. Met Kerst werden we uitgenodigd bij Henk thuis, kerstliederen zingen. We zongen ‘Stille Nacht’ elk in zijn eigen taal. Dat was zó ontroerend!” Daar hoorden ze ook, wat Svetlana al wel wist, dat haar zoon talent had voor zingen. Ze is daarna geholpen om hem les te kunnen laten nemen aan de muziekschool in Delfzijl. Nu is hij een succesvolle operazanger. 
Svetlana begon zich thuis te voelen in Appingedam. Ze ging er naar de kerk, kreeg er vrienden, volgde Nederlandse les: “Moeilijke taal.” Maar toen kwam er een domper: tot tweemaal toe een negatieve beslissing bij de aanvraag om in Nederland te mogen blijven. Weer een zenuwslopend traject.
Uiteindelijk werd er positief beslist en kreeg ze daarna een eigen huis in Appingedam: “Zo blij!” Daar deed ze veel vrijwilligerswerk in en voor de kerk. “Ik wil zo graag iets terug doen voor Nederland, want ik ben de regering zo dankbaar dat ik hier mocht blijven!” 
Na ruim twintig jaar in Appingedam gewoond te hebben, woont ze nu in Maastricht. Hoe komt dat? “Vanwege de aardbevingen. Het huis waarin ik woonde, werd gesloopt. Alle bewoners moesten een ander onderkomen zoeken en voor mij werd beslist dat ik in Maastricht terecht kon. Ondertussen heb ik hier ook mensen om mij heen, maar mijn hart ligt in Appingedam. Mijn wortels in Armenië.”

Marije Bijleveld