Gerardus Magazine 2023-3

2023-3

Kijken is een kunst

Cyclus van leven

Lees artikel als pdf
 

Toen ik dit kunstwerk voor de eerste keer zag, moest ik aan een palmpasenstok denken. U kent ze wel: de stokken die voor Palmpasen, de zondag voor Pasen, door kinderen gemaakt worden. Ze hebben de vorm van een kruis en worden versierd met groene takjes, met snoepjes, eitjes en andere lekkernijen.

 

Bij nader inzien moest ik constateren dat hier helemaal geen sprake was van een palmpasenstok. Het eerste wat opvalt, is dat er geen kruis te zien is. Wel een tak met akelige grote doornen. De zijtakken zien er ook niet al te lieflijk uit: een beetje droog, dor, stekelig. Met wat verbeelding kun je er een doornenkroon in zien. Symbool van Jezus’ lijden. 
Toch is het geheel niet een en al dorheid: uit de zijtakken en ook uit de grote tak komen tere bloemen tevoorschijn. Juist ook de tere pasteltinten geven aan deze tak een belofte van nieuw leven.

 

Over de plantmotieven zegt Paul van Dongen (1958), de maker van dit kunstwerk: ‘De natuur met haar groeien, bloeien, versterven en weeruitlopen staat voor mij symbool voor Christus en zijn verrijzenis. En andersom’.
Dat lijkt ook het thema te zijn. Van Dongen noemt het werk immers ‘Verrijzenis’. Er is echter meer te zien. We zien drie ietwat vreemde vormen, een soort ballen, achter de tak. Als we heel goed kijken, blijken het schedels te zijn. Die kennen we uit bijvoorbeeld de 17e-eeuwse schilderkunst: ze werden geschilderd om te gedenken dat alles ijdelheid is, alles loopt uit op de dood. Ze sluiten ook aan bij de schedel die traditiegetrouw aan de voet van het kruis is afgebeeld als verwijzing naar Golgota, letterlijk ‘schedelplaats’. 
Ook de kleuren zijn niet zomaar gekozen, maar hebben een betekenis. Paars is de kleur van zonde en lijden. Wit de kleur van reinheid en de verheerlijkte Christus. Dus aan de ene kant wordt het lijden van Christus, zijn dood en de vergankelijkheid van het leven weergegeven, aan de andere kant laat Van Dongen zien dat de dood niet de overhand heeft. 
De technieken die hij gebruikt heeft, benadrukken ook die twee kanten. De scherpe en precieze lijnen van de ets geven de onontkoombaarheid van de dood weer; de vage, zachte kleuren van de waterverf duiden op nieuwe leven. Het is een teer, verfijnd, meditatief werk. Je wordt door de lijnen, de kleuren en door de symbolen opgeroepen na te denken, niet alleen over de verrijzenis, maar in brede zin over de cyclus van het leven.

Marije Bijleveld