Gerardus Magazine 2023-3

2023-3

Mijmeringen van een missionaris

Het verhaal van Hester

Lees artikel als pdf
 

Hester Boivin (1955-1995) werd geboren in Drenthe. Na de vroege dood van haar vader en het afstuderen van haar broer verhuisde ze met haar moeder, belijdend lid van de protestantse gemeente, naar Bilthoven om hobo te gaan studeren aan het conservatorium in Utrecht. 

Daar kwam ze op achttienjarige leeftijd in contact met bouwpastoor Bernard Rohling en raakte onder de indruk van de mystiek van de eucharistie, die ze met regelmaat begon bij te wonen. Theologiestudies kwamen in het verschiet, het eerste jaar in Utrecht, daarna aan de Hogeschool in Heerlen, waar ze ging wonen in een kleine gemeenschap van karmelietessen. In het Stiltecentrum van het station Utrecht, een plaats die Hester ten voeten uit kenmerkte, werd ze twee jaar later gevormd. 

Het werd evenwel steeds duidelijker dat ze theologie een veel te theoretische wetenschap vond en heel ver weg van het leven van ‘kleine’ mensen. Ze kwam in contact met volgelingen van Charles de Foucauld. Een radicale optie volgt: Hester gaat wonen op Katenrecht in de haven van Rotterdam en verdient de kost, minimaal, in een schoonmaakbedrijf waar veel buitenlandse vrouwen werken: ‘kleine mensen’.

 

“We willen een groot beeld van Sint Petrus”
De derde wereld was ook dichterbij gekomen, maar Hester wilde haar moeder niet alleen laten. Toen de gelegenheid zich voordeed, besloot zij evenwel São Sebastião do Umbuzeiro, mijn uitgestrekte parochie met de omvang van de provincie Limburg, te bezoeken. Gedurende een maand vergezelde zij mij overal naartoe. 
Ondanks het feit dat ze geen Portugees beheerste, sloot ze direct vriendschap met de mensen; ze deed zelfs mee aan de volksdansen. Een groep vrouwen, die leefden van de visserij, aan de oevers van het stuwmeer van Congo in het gehucht Salgadinho, veroverde haar hart. Zij vertelde mij dat ze wat geld had kunnen oversparen, ik begreep niet hoe, en dat zij dat wilde geven aan die gemeenschap. 
De vraag was waaraan ze dat wilden besteden. Natuurlijk zou het iets worden wat hen zou kunnen helpen bij de visserij dacht ik: een kano, netten, een magazijn of een diepvriezer. Nee dat werd het niet. “We willen een groot beeld van Sint Petrus, de patroon van de vissers!” 

 

Geen beeld zonder kapel
Ik durfde niet naar Hester te kijken, die geschokt moest zijn tot diep in haar protestantse wortels. Niets daarvan. Zij vond, zonder ook maar met haar ogen te knipperen, dat we moesten geven waarom gevraagd werd en toen ik haar voor de terugreis naar het vliegveld in Recife bracht, kocht ze in een dure winkel een groot beeld van deze visser, dat zelfs ogen van glas had. 
Het was geen goedkope investering en de vrouwen uit Salgadinho waren erg blij met het geschenk. Toen kwam de aap uit de mouw. “We kunnen dat beeld toch niet onder een boom zetten? We moeten een kapel bouwen. Hoe gaan we dat doen?” We maakten een afspraak. Ik zou op verlof gaan en tot mijn terugkeer hadden ze de tijd de muren tot de goede hoogte op te trekken. Dan zou ik geld voor het houtwerk en het dak regelen, het duurste deel van een gebouw. 

 

Vreselijk bericht
In Nederland was Hester naar Utrecht verhuisd om dichter bij haar oude moeder te wonen. Ze ging door met schoonmaakwerk en in de weekenden bezocht ze de Van der Hoeve kliniek, waar ze accordeon speelde, een instrument dat haar in die omgeving beter leek dan een hobo. Een jaar later ging ik op verlof. Ik was nog maar enkele dagen thuis toen op 15 juli een vreselijk bericht kwam. Hester was vermoord door een tbs-patiënt, die voorwaardelijk vrij was.  
Bij de afscheidsviering zat de kerk vol. Haar broer Bertus zei, in naam van zijn moeder, dat de collecte van de viering bestemd zou worden voor de vrouwen van Salgadinho. Later zou hij haar aantekeningen, gemaakt in de verborgen uurtjes van haar reis, in een boekje uitgeven. De opbrengst ging naar hetzelfde doel. Het duurde toen niet lang meer totdat de kapel af was. 
Eind juni, een jaar na haar overlijden kon ik op de sterfdag van Petrus op het stuwmeer en het beeld van Sint Petrus in de eerste kano een processie op het water houden. In de afsluitende eucharistie, en daarna nog heel vaak, werd het verhaal Van Hester verteld.  

Jan-Joris Rietveld