Gerardus Magazine 2018-6

2018-6

Redemptoristen in Indonesi?

Een vrolijk mengsel van geloof en oude gebruiken

Elk jaar dagen de Duitse redemptoristen een tiental jongeren uit om mee te werken in een pastoraal of sociaal project van de redemptoristen in het buitenland. Een van hen was Vincent Wieland. Hij woonde en werkte een jaar lang bij de redemptoristen op Sumba. Daar maakte hij een typische parochiemissie mee. Bij terugkomst zette hij zijn ervaringen op papier.


Ik had het geluk om tijdens mijn verblijf op Sumba een week mee te gaan op missie. Er is een team van drie paters en een broeder die tweemaal per jaar voor twee of drie maanden in een katholieke gemeenschap zijn. Ik was in maart in de Magdalenaparochie in Elopada. Het hele missionaire team bestond behalve de vier redemptoristen nog uit drie zusters, twee postulanten (jonge mannen in de voorbereiding om redemptorist te worden) en een ex-novice. Deze groep werd weer ondersteund door een groepje catechisten uit de parochie, die ‘hun pappenheimers’ goed kennen.


Ik mocht op dinsdag en donderdag mee bij het bezoeken van de gezinnen, hielp bij het uitwerken van de gegevens op het parochiekantoor en in de kindercatechese. Dat waren allemaal boeiende bezigheden. Tijdens de bezoeken aan de gezinnen proberen we hun godsdienstige en sociale situatie in kaart te brengen: rond doop, eerste communie, vormsel en huwelijk. En we luisterden naar de financiële en sociale problemen die gezinnen soms hebben. Dat duurde meestal een half uur tot een uur. Zo kreeg ik een mooie inkijk in het dagelijkse leven van mensen op Sumba. In elk gezin werd ook even kort samen gebeden.

Op maandag mocht ik met broeder Arto mee naar een bijeenkomst van kinderen tot 12 jaar. Met hen wordt gespeeld, gezongen en catechese gegeven. Dat zijn altijd hele vrolijke bijeenkomsten.



Ook ouderen komen tijdens de missie elke week samen voor catecheselessen over bijbel en geloof. Veel plezier had ik in de verschillende bijeenkomsten met de jongeren en de toevallige gesprekjes met dorpsbewoners, bijvoorbeeld bij het kerkhof of achter de kerk.


Ik kon ook meehelpen in de kerk en bij de wekelijkse kruisweg, iedere vrijdag in de vastentijd. Het was heel bijzonder om te zien hoe de kruisweg, geleid door de Duitse pater Willy Wagener, door het bos en de rijstvelden ging. Als verrassing werden onze gezichten op een bepaalde plek met modder ingesmeerd en op een andere moesten we aftreksels van papaya-bladeren drinken. Een mengsel van geloof met oude gebruiken dus.


Het missieteam woonde tijdelijk in een huis naast de kerk. Het was deze keer zelfs een relatief goed huis, vertelden ze me. Helemaal van steen, met echte bedden, stromend water en een goed toilet in een bijgebouw. Dat komen ze ook wel eens anders tegen! De douche ging via een simpele watertank op het dak, die door de zon verwarmd werd.


Ik ben blij dat ik deze week mocht meemaken. Het was een mooie ervaring van een levendig gemeenschapsleven en met zoveel kinderen en jongeren in de kerk. Ook het missieteam was aan het einde van de twee maanden heel tevreden. Getallen zeggen niet alles, maar ze waren heel blij met 157 kinderdopen, 70 volwassenendopen, 83 eerste communies en 53 huwelijken. En dat op een totaal van ruim 1000 leden.

Ik hoop dat deze geloofsgemeenschap verder mag groeien en hun levendigheid en saamhorigheid mag behouden.

Vincent Wieland